Niet 8,5 miljard dollar, maar minder dan 8 miljard dollar is wat Intel van de Amerikaanse overheid krijgt. Dat zou komen door een contract dat Washington met de chipmaker sloot waar al 3 miljard dollar mee was gemoeid.
In het oorspronkelijke CHIPS Act-plan zou Intel bijna 20 miljard dollar krijgen. 8,5 miljard dollar hiervan gold als subsidie, terwijl 11 miljard dollar is uitgeleend om een chipfabriek in Arizona te bouwen. De subsidie is volgens anonieme New York Times-bronnen echter geslonken. Dit omdat de Verenigde Staten inmiddels een contract heeft gesloten met Intel om chips voor militaire doeleinden te vervaardigen. Deze overeenkomst is 3 miljard dollar waard en vereist tegelijkertijd een kleinere bijdrage via de CHIPS Act.
Herstructurering
Het is onduidelijk waarom er voor deze constructie is gekozen. Maar de suggestie dat Intel minder geld krijgt omdat het de eigen chipplannen heeft versoberd, lijkt onjuist. Een logischere verklaring is dat er via de CHIPS Act maar moeilijk daadwerkelijk geld wordt uitgekeerd. Dit terwijl een conventionele contract minder problemen op zou moeten leveren. Intel geldt voor het VS-contract immers simpelweg als een leverancier, terwijl het voor de CHIPS Act een ontvanger van subsidies is.
De Amerikaanse chipmaker verkeert nog altijd in zwaar weer. Toch zijn de aandelen inmiddels gestabiliseerd. Na een keiharde koersval is Intel’s beurswaarde de afgelopen maand 8 procent gestegen. Toch is een Intel-aandeel nog steeds bijna 50 procent minder waard nu dan een jaar geleden. De nieuwe impuls zal moeten voortkomen uit toekomstige chips op basis van High-NA EUV-machines en inkomsten vanuit Intel Foundry, dat tegenwoordig een aparte business unit is.