2min

Google heeft gereageerd op de Europese aanklacht wegens machtsmisbruik. Google’s eindverantwoordelijke voor de Europese markt, Matt Brittin, heeft aan Politico laten weten dat het bedrijf het niet eens is met de aanklacht, maar dat Google het ook niet altijd bij het rechte eind heeft en dat het bedrijf open staat voor een schikking.

Volgens Brittin zou Google te weinig Europeanen in dienst hebben gehad om de verschillen in cultuur tussen Amerikanen en Europeanen te begrijpen. Hierdoor zijn de klachten van Europa te laat opgepikt. Toch is het bedrijf het niet eens met de klachten want zo stelt Britt, er is geen bewijs dat consumenten schade hebben geleden of dat de bedrijven die geklaagd hebben schade hebben geleden door toedoen van Google.

Google heeft een aanklacht aan zijn broek wegens machtsmisbruik omdat het concurrenten lager in de zoekresultaten heeft gezet terwijl het zijn eigen Google Shopping juist hoger naar voren heeft laten komen. Een aantal prijsvergelijkers hebben dan ook geklaagd over machtsmisbruik en zij hebben ongetwijfeld schade geleden in de vorm van veel minder omzet. Alleen bewijzen dat die omzetdaling te wijten is aan Google is een moeilijk verhaal, het zou ook met andere externe factoren te maken kunnen hebben, bijvoorbeeld minder marketing, slechte economische situatie, minder goed aanbod, etcetera.

Ook doet Europa nog onderzoek naar mogelijk machtsmisbruik met Android. Of daarvoor nog een aanklacht volgt is nog niet duidelijk.

Tot slot is Brittin van mening dat de beschuldigingen van Europa niet langer geldig zijn aangezien het internet alweer veranderd is. De opkomst van mobiele apps heeft ervoor gezorgd dat de tijd die we online besteden anders is verdeeld. Tegenwoordig spenderen we zeven van elke acht minuten online in apps, aldus Britt. Consumenten hebben meer keuze dan ooit te voren volgens hem. Britt gaat daarin wel voorbij aan het feit dat dit enkele jaren geleden nog niet zo was.