3min

Tags in dit artikel

, ,

Meta zwicht voor de druk van de EU om de privacywetgeving na te leven, want het alternatief is het betalen van een fikse boete.

Deze week kondigde Meta aan dat het gebruikers van Facebook en Instagram in Europa zal toestaan om een vrijstelling aan te vragen voor gegevensverzameling, dat Meta gebruikt om “gepersonaliseerde” advertenties te targeten. Het besluit van Meta, zoals gemeld in The Wall Street Journal, komt voort uit een nalevingsdeadline door de Ierse Data Protection Commission (DPC).

De DPC beschuldigde Facebook en Instagram in januari 2023 van het schenden van de EU GDPR-privacywetgeving en gaf Meta 90 dagen om te voldoen of anders een boete van 390 miljoen euro te betalen.

Volgen van gebruikersgedrag voor advertentiedoeleinden

De kern van de controverse is Meta’s systeem voor het volgen van gebruikers en het verzamelen van gegevens, die het platform vervolgens gebruikt om zeer gepersonaliseerde – en dus zeer effectieve – advertenties te richten op basis van iemands online activiteiten. Deze gepersonaliseerde advertenties zijn ook uiterst lucratief: Meta genereerde in 2022 113,64 miljard dollar (104 miljard euro) aan advertentie-inkomsten, en 25 procent van die inkomsten wordt in Europa gegenereerd.

De Ierse privacytoezichthouder stelde echter dat dergelijke advertenties in strijd zijn met de General Data Protection Regulation van de EU.

Meta wijzigt rechtsgrondslag

Artikel 6 van de GDPR staat de verwerking van persoonsgegevens toe als een bedrijf voldoet aan ten minste een van de zes “rechtsgrondslagen”. De uitspraak van de DPC in januari vernietigde Meta’s geclaimde rechtsgrondslag van “Contractuele noodzaak” (d.w.z. vereist als onderdeel van hun Servicevoorwaarden) voor het volgen van Europese gebruikers.

In een blogpost deze week legde Meta uit hoe het van plan is deze uitspraak te omzeilen: “Vanaf woensdag 5 april veranderen we de rechtsgrondslag die we gebruiken om bepaalde first-party gegevens in Europa te verwerken van ‘Contractuele noodzaak’ naar ‘Legitieme belangen'”, schrijft Meta. “First-party data” verwijst in dit geval naar de gegevens die Meta verzamelt over gebruikers terwijl ze een van Meta’s eigen platforms (Facebook en Instagram) gebruiken.

Gebruikers die zich willen afmelden voor de gerichte gegevensverzameling zullen een online formulier moeten indienen waarin ze bezwaar maken tegen het gebruik door Meta van hun in-app activiteit voor advertenties. Het bedrijf zal vervolgens het bezwaar van elke gebruiker evalueren voordat de verandering wordt doorgevoerd.

Opt-ins versus opt-outs

NOYB, de Oostenrijkse privacyrechtengroep, heeft verklaard dat Meta nog steeds illegaal handelt omdat het bedrijf “beweert dat hun ‘legitieme belang’ om gebruikersgegevens te verwerken zwaarder zou wegen dan het fundamentele recht op privacy”. Zij maken ook bezwaar tegen het feit dat gebruikers een formulier moeten invullen om zich af te melden voor het verzamelen van gegevens, in plaats van zich aan te melden voor het gepersonaliseerde advertentieprogramma.

Meta implementeert deze wettelijke oplossing voorlopig alleen in Europa, omdat het van plan is de uitspraken van de DPC voor de rechter te blijven aanvechten.

“Wij geloven dat onze vorige aanpak in overeenstemming was met de GDPR, en ons beroep tegen zowel de inhoud van de uitspraken als de boetes gaat door”, schreef het bedrijf. “Deze wijziging zorgt er echter voor dat we voldoen aan het besluit van de DPC.”

Tip: Oostenrijkse toezichthouders verklaren Meta tracking tools illegaal