2min

Apple heeft het gebruik van een aantal gevoelige API’s aan banden gelegd. Het wil uitgebreide “device fingerprinting” alleen toestaan als daar een goede reden voor is. “Fingerprinting is niet toegestaan, onafhankelijk van het feit dat een gebruiker je app toestemming geeft om te tracken.”

De techreus geeft aan dat er vanaf de lente van 2024 geen apps toegelaten worden die niet uitleggen waarom ze device fingerprinting nodig hebben. Zo kan een appdeveloper niet zomaar weten hoe lang een iPhone al aanstaat, hoeveel opslagcapaciteit in gebruik is of welke app-instellingen gekozen zijn. Dergelijke statistieken vallen meestal onder de algemene voorwaarden die de gebruiker accepteert, in tegenstelling tot bijvoorbeeld camera- of microfoongebruik.

Deze vorm van fingerprinting zorgt er binnen vele applicaties voor dat individuele gebruikers van elkaar onderscheiden kunnen worden. Hoewel de gebruiker zelf wellicht anoniem blijft, zorgen genoeg ‘identifiers’ ervoor dat meteen duidelijk is om welk apparaat het gaat. Dit lijkt voor Apple een privacy-struikelblok te zijn die het zoveel mogelijk wil wegnemen. The Register haalt onderzoek aan dat fingerprinting de afgelopen 10 jaar explosief is toegenomen bij websites.

Tijd voor aanpassing

De reden dat Apple de API’s niet sneller afsluit, is omdat veel applicaties anders mogelijk niet meer werken. Vanaf de herfst moeten developers al uitleggen waarom men bepaalde “required reasons” API’s inzet.

Het is een goed voorbeeld van de verandere privacy-eisen die de laatste jaren altijd actueel lijken te zijn. Privacy-waakhonden vanuit de EU, het Verenigd Koninkrijk en Amerika delen vaak fikse boetes uit aan big tech-bedrijven die de regels overtreden, hoewel dit lang niet altijd tot een gedragsverandering lijkt te leiden.

Lees ook: Meta wacht dagelijkse boete van 89.000 euro van Noorwegen