4min

IT-omgevingen kunnen tegenwoordig zeer complex opgebouwd zijn. Organisaties zetten veelal meerdere clouddiensten in en draaien sommige applicaties nog altijd on-prem. Bedrijven willen graag dat het aansturen van al deze workloads soepeler en goedkoper verloopt. Het concept van een ‘supercloud’, een bestuurslaag die boven alle IT-activiteiten staat, klinkt aantrekkelijk. Wat houdt het precies in? En ook: hoe pak je het als organisatie concreet aan?

Op papier klinkt een IT-strategie rondom hybrid multi-cloud als de meest logische. Bedrijven willen flexibiliteit en hopen voor elke workload de beste oplossing te kunnen kiezen. Soms is dit on-prem het handigst of werkt een applicatie het beste binnen AWS, Google Cloud of Azure. Maar wegens onder meer de veelvoud aan keuzes is het consistent beheren van meerdere cloud-omgevingen en on-prem in de praktijk lastig. Dit bleek ook uit ons onderzoek in samenwerking met Dell Technologies en Intel eerder dit jaar, naast het feit dat men zoekt naar procesoptimalisatie. Wat als je automatisch de juiste omgeving voor elke applicatie kunt kiezen en je IT-omgeving daarmee veel efficiënter kunt aansturen?

Tip: Organisaties willen een beter beheerbare hybrid cloud omgeving

Niks gaat vanzelf

Het verplaatsen van applicaties en workloads gaat niet vanzelf. IT-leverancier Equinix haalt aan dat het migreren van de ene cloud naar de andere duur en moeilijk is. Je wordt dus in feite bestraft voor het maken van de verkeerde keuzes omdat je ze niet snel kunt corrigeren. Hierdoor blijkt hybrid multi-cloud in de praktijk bij lange na niet de potentie te halen die het theoretisch bezit. Daarom maakt Equinix gebruik van het concept van de supercloud: hierbij zou het mogelijk zijn om cloud-workloads waar dan ook te plaatsen, met hulp van een “abstractie-service” die één keer geprogrammeerd is en daarna voor alle doeleinden kan worden ingezet. Deze zou compatibel moeten zijn met elke cloud-omgeving en automatisch en nadeloos daarop inhaken. Momenteel is dit nog geen realiteit, mede omdat de exacte manifestatie van de supercloud nog niet bekend is.

Bij Equinix spreekt men over een “cloud-Zwitserland”: een neutrale partij die de functionaliteiten van alle clouddiensten kan doorspelen aan de eindgebruiker zonder enige frictie. Als klant profiteer je daarvan omdat je dan niet lijdt onder vendor lock-in van een enkele clouddienst. Daarnaast ben je niet afhankelijk van de beschikbaarheid en kosten die voor de gekozen hyperscaler gelden. Om dat mogelijk te maken, is het wel nodig om het overzicht en controle over bedrijfsdata te houden.

Data is de sleutel

Bedrijfsdata is enorm waardevol en kan met hulp van bijvoorbeeld AI-implementaties veel nieuwe inzichten bieden. Wel zijn organisaties huiverig voor het verlies van controle van deze data. Daar spelen partijen als VMware en Nvidia op in met Private AI Foundation en Google met compliance-initiatieven rondom Vertex AI. Echter is er voor de supercloud meer nodig: de data dient niet alleen on-prem of in een bepaalde cloud beschikbaar te zijn, maar moet veilig van cloud naar cloud begeleid kunnen worden.

Een partij als Snowflake biedt hierin bijvoorbeeld een belangrijke bouwsteen voor de supercloud. Het dataplatform van dit bedrijf is “cloud-agnostisch” en werkt dus met Google Cloud, AWS en Azure. Zo heeft het in feite al de abstractielaag gecreëerd om data in te zetten waar de consument het ook wil. Data governance kan dus dankzij Snowflake apart van de hyperscalers geregeld worden. De clouddiensten in kwestie zijn nog altijd allemaal “walled gardens” die niet consequent met elkaar kunnen communiceren, maar de overbrugging wordt alsnog indirect gemaakt door Snowflake en anderen.

De aard van de supercloud

Volgens Dave Vellante van theCUBE is Snowflake “het meest prominente voorbeeld van een supercloud”. Hij karakteriseert ook de initiatieven van Databricks en VMware als belangrijke wegbereiders van het concept. Met andere woorden: we zien al bouwstenen van de supercloud ontstaan, hoewel de partijen nog niet samenwerken om bepaalde compatibiliteitsproblemen op te lossen. Vellante spreekt in zijn stukken in feite over supercloud als de volgende stap na multi-cloud, waarbij de interconnectiviteit voor extra waarde zorgt bovenop de losse applicaties en cloudomgevingen. In zekere zin is de supercloud volgens hem al aanwezig, zij het in beperkte mate.

In feite is de supercloud een erg interpretabel begrip. Het kan begrepen worden als een concept dat gradaties bevat waar applicaties al dan niet aan voldoen. Kan een oplossing nadeloos aansluiten op welke cloud dan ook en voor de gebruiker deze complexiteit wegnemen? Dan leeft het de supercloud-principes na. Echter ontbreekt er nog een speler die deze zaken kan verbinden. Dat leunt op een breder begrip van de supercloud als het eerder genoemde cloud-Zwitserland: een echt overkoepelend stukje software dat het voor bedrijven eenvoudiger maakt om de eigen IT-omgeving te verbinden met clouddiensten.

Als organisatie kun je momenteel alleen bepaalde aspecten van de supercloud aannemen. Hiervoor kiezen zij oplossingen met open standaarden en een grote mate van compatibiliteit en dat biedt ze de kans op een versimpeling van het IT-beheer. Toch is de belofte van de supercloud groter dan dat en nog niet waargemaakt. Met andere woorden: daar liggen voor innovatieve bedrijven nog kansen.