5min

Constantijn van Oranje van ecosysteem Techleap pleit voor meer investeringen in de Nederlandse techindustrie. Blijven investeringen achter, dan dreigt de concurrentiepositie van ons land zwakker te worden. Hij ziet vooral veel potentie in Nederland als deeptech-land.

“Als je alleen kijkt naar het soort investering, daar is veel meer kapitaal voor nodig. Bij deeptech investeer je ook in fabrieken. Dat is heel kapitaalintensief”, laat Van Oranje weten in gesprek met Techzine. Met deeptech doelt de prins op bedrijven die zich bijvoorbeeld bezighouden met quantumcomputing, fotonica, batterijsystemen en healthtech. Nederlandse bedrijven boeken nu succes met innovaties op die vlakken, maar voor startups dreigt het steeds lastiger te worden om kapitaal aan te trekken.

Nederland heeft juist een sterke positie opgebouwd in de wereld door techbedrijven groot te brengen. Philips en ASML zijn uitgegroeid tot grootmachten in de wereld. Zeker voor ASML waren steun en investeringen in de beginfase cruciaal. In de beginjaren werd het bedrijf uit Veldhoven geholpen door de Nederlandse overheid en inmiddels is het uitgegroeid tot een belangrijke motor voor de nationale economie.

Tip: Nederlandse chip start-ups trekken aanzienlijke investeringen aan

Geldbron droogt op

Techleap heeft echter data verzameld over de staat van de Nederlandse techindustrie en luidt nu de noodklok. Durfinvesteerders lijken steeds meer hun handen af te trekken van ons land, waardoor in 2023 het totale investeringsbedrag uitkwam op 2 miljard euro. Dat is aanzienlijk minder dan de 5,6 miljard euro uit 2021, dat op zichzelf een uitzonderlijk jaar was. In dat jaar was globaal, ingegeven door optimisme rond het naderende einde van Covid-19, sowieso een investeringsexplosie te zien. Maar als de dalende trend zich doorzet, droogt de geldbron voor Nederlandse techbedrijven steeds verder op.

Ten opzichte van 2019 (1,4 miljard euro) en 2020 (1,6 miljard euro) is de geldstroom overigens wel aan het normaliseren. Van Oranje ziet echter dat men in Nederland nu te voorzichtig investeert. “Je moet een sterke lokale venture capital-markt hebben. Dat zie je bijvoorbeeld in Scandinavië, Duitsland, Engeland en Frankrijk meer. Onze fondsen zijn relatief klein”, aldus Van Oranje.

In andere Europese landen durft alleen al de overheid miljarden beschikbaar te stellen voor het ontwikkelen van een chip- of AI-industrie.

Waar is het personeel?

Door de teruglopende fondsen dreigen Nederlandse techbedrijven ook minder goed in te kunnen spelen op het personeelstekort. In de techsector staan eigenlijk al veel te lang vacatures open. Volgens Van Oranje lopen zeker deeptech-bedrijven ertegenaan dat ze lastig Nederlands techtalent vinden. Dit komt volgens de prins onder andere doordat Nederlandse studenten na hun studieperiode aan de universiteit willen blijven om wetenschappelijk bezig te zijn. Dit terwijl een buitenlandse student in Nederland na de studie neigt naar het starten van een bedrijf of aan de slag gaat in het bedrijfsleven.

Over hoe het in de voorbije jaren voor techtalent van buitenaf geregeld was, is Van Oranje momenteel dan ook positief. “Het is redelijk goed geregeld om buitenlands talent aan te trekken. We hebben het voordeel dat we een Engelstalige professionele beroepsgroep hebben en we hebben een aantrekkelijker leefklimaat. Mensen komen hier graag. Schiphol is hiervoor belangrijk, want je hebt hele goede verbindingen. Dat soort dingen zijn echt goed.”

Tegelijkertijd hangt er boven de techsector een donkere wolk als het aankomt op het aantrekken van buitenlands personeel. Begin dit jaar ging een afbouwregeling in waardoor belastingvoordelen voor expats zullen komen te vervallen. Vanuit de techsector vrezen verschillende mensen dat een nieuw kabinet arbeidsmigratie strenger aan gaat pakken. Van Oranje is in ieder geval duidelijk over het belang van techtalent van buitenaf. “De IT-industrie groeit explosief, dus je hebt mensen van buiten nodig. Er zijn ook heel veel Nederlanders actief in London en Silicon Valley. Het is een hele internationale wereld. Dat moet je zo sowieso houden. Er moet de ruimte zijn voor dat talent om te komen.”

Over een mogelijke verstrenging is Van Oranje desgevraagd eveneens helder. “Van dingen die werken, simpel zijn en een doel dienen moet je afblijven. Je kan het altijd beter maken, maar probeer niet alles heel fijnmazig te regelen. Dan komt complexiteit. Er wordt te veel regelgeving gestapeld, te veel uitzonderingen. Als iets opkomt, willen we het weer aanpassen. Ook al is regelgeving niet perfect, laat het liever gewoon onberoerd want dan is het voorspelbaar. Dat is denk ik een belangrijk aspect, dat we te veel op korte termijn willen veranderen.”

Tip: Kabinet werkt aan strategie om ASML in Nederland te houden

Fiscale regelingen

Van Oranje ziet voor het beschikbaar maken van nieuw kapitaal ook voor de politiek een rol weggelegd. De prins is van mening dat het momenteel niet enorm aantrekkelijk is om te investeren in jonge bedrijven. “In Engeland zie je dat mensen die zelf succesvol zijn geweest, gaan terug investeren in andere bedrijven. Dat is fiscaal heel aantrekkelijk. Je krijgt dan veel meer geld in die vroege fase. Dat hebben we in Nederland helemaal niet”, aldus Van Oranje over een voorbeeld dat Nederland wat hem betreft mag volgen.

Rol universiteiten

Prins Constantijn verwijst tijdens ons gesprek regelmatig naar hoe Nederland zich verhoudt tot andere Europese landen. Zo is hij ook van mening dat er meer moet gebeuren om nieuwe bedrijven voort te brengen vanuit de Nederlandse universiteiten. “Wat we echt minder hebben dan andere landen is een universitair systeem dat veel nieuwe bedrijven voortbrengt. Het wordt wel beter, maar we zijn nog echt veel minder dan het Verenigd Koninkrijk, België en Zwitserland. Zij hebben hoogwaardige technologische startups die uit universiteiten voortkomen. Dat hebben wij minder.”

Zijn stelling dat het beter wordt, onderbouwt Van Oranje door te wijzen op de verbeteringen in de regio’s van de belangrijke Nederlandse tech-universiteiten. Zo heeft men in Delft met YES!delft een incubator die deeptech-bedrijven helpt van de grond te komen. In de regio Enschede is Novel-T daar een voorbeeld van. Mogelijk kan zo’n initiatief leiden tot een toekomst van Delft en/of Enschede als wereldwijde hubs voor deeptech. Initiatieven als House of Quantum en Quantum Delta zijn inmiddels sterke voorbeelden van Nederlandse hubs die zich op richten op quantumtechnologie.

Ook in Eindhoven is een soortgelijke verandering gaande, waar men met Brainport, The Gate en de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij veel meer kan doen om bedrijven rond fotonica van de grond te krijgen. Daarmee is de hele regio Eindhoven aan het veranderen; vroeger was de universiteit meer gericht op grote bedrijven. Maar een Philips en ASML kunnen niet zonder de kleine bedrijven die onder de toeleveringsketen vallen. Dat maakt het aantrekken van investeringen cruciaal.