4min

Apple heeft met de lancering van de iPhone 5S een nieuwe chip geïntroduceerd, de Apple A7 is een 64bit-chip in plaats van een 32bit-chip. Doordat Apple er nu voor kiest om over te stappen op 64bit, gaan andere chipfabrikanten ook plots 64bit-chips maken. De hele overstap op 64bit is meer een marketingstunt en voorbereiding op de toekomst, dan iets waar direct voordeel uit gehaald kan worden. Android is er nog helemaal niet klaar voor en Apple’s intenties zijn ongetwijfeld nog een verassing.

Heel kort door de bocht is het grote voordeel van 64bit-chips dat er meer geheugen kan worden aangesproken dan bij een 32bit-chip, die kan namelijk maximaal 4GB aan werkgeheugen gebruiken. De overige winst in prestaties is minimaal, een 64bit-chip gebruikt namelijk ook meer geheugen bij het uitvoeren van instructies, het geheugengebruik is dan ook hoger dan bij 32bit. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen winst te behalen is met een 64bit-chip, sommige instructies draaien beduidend sneller, vooral bij zware videotoepassingen als er echt veel werk verzet moet worden. Maar hiervoor moet aan de softwarekant wel ondersteuning worden ingebakken en ook moeten er flink wat optimalisaties worden ingebouwd.

Apple

Apple is de eerste fabrikant die gebruikmaakt van 64bit-chips in mobiele apparaten. De iPhone 5S (review), iPad Air (review) en iPad mini 2 (review) beschikken over de nieuwe Apple A7 64bit-chip. Apple stelt dat de 64bit-chip veel sneller is dan zijn voorganger, de Apple A6. Dat is iets wat ik zeker niet ga ontkennen, waar ik echter wel mijn twijfels bij heb is of het 64bit-verhaal daar ook maar iets aan heeft bijgedragen.

De grootste winst met een 64bit-chip wordt zoals eerder geschreven pas behaald als je gebruikmaakt van meer dan 4GB aan werkgeheugen. In de nieuwe iPhone en iPads zit echter maar 1GB aan werkgeheugen. Alles bij elkaar durf ik wel te stellen dat een 32bit-variant van de Apple A7-chip net zo snel, zo niet sneller zou zijn geweest.

Waarom Apple dan al die moeite doet en overstapt op 64bit, dat laat zich raden. In elk geval is het een goede voorbereiding op de toekomst, de smartphones en tablets nemen steeds meer taken over van onze desktops en laptops, in de toekomst zal er dan ook ongetwijfeld behoefte komen aan nog zwaardere toepassingen waarbij veel meer werkgeheugen nodig is. Daarnaast moeten het besturingssysteem, maar ook de apps geschikt worden gemaakt om optimaal gebruik te maken van 64bit-chips. Apple kan hier nu alvast mee beginnen, zodat als we over enkele jaren toe zijn aan 64bit, de meeste apps in de App Store dit al goed ondersteunen en de transitie vlekkeloos zal verlopen.

Tot slot is er nog een andere optie, er gaan al tijden geruchten dat Apple zou overwegen om te stoppen met het gebruik van Intel-chips in de iMacs en MacBooks. Het zijn geruchten en moeten dus met een korrel zout genomen worden, maar voor de goedkopere MacBook Airs is het mogelijk wel een optie. Apple kan de eigen chips ongetwijfeld goedkoper produceren dan dat het deze kan inkopen bij Intel.

Android

Nu Apple de stap gezet heeft, gaan andere partijen automatisch volgen. Qualcomm besloot direct na het uitkomen van de A7-chip om Apple openlijk belachelijk te maken, omdat de komst van 64bit echt nog te vroeg is en geen meerwaarde biedt, vervolgens trok het bedrijf die uitspraak weer in. Twee maanden later introduceerde Qualcomm zelf een 64bit-chip.

Ook de Taiwanese fabrikant MediaTek kondigde tijdens het Mobile World Congress een 64bit-chip aan. Samsung heeft aangegeven aan een 64bit-chip te werken, maar lijkt geen haast te hebben met de introductie ervan. In de Samsung Galaxy S5 (hands-on) is bijvoorbeeld geen 64bit-chip te vinden. Mogelijk komt er nog wel een versie met een 64bit-chip.

En nu?

De houding van Samsung lijkt een beetje aan te geven dat 64bit nog te weinig toegevoegde waarde heeft. Wat er eigenlijk gebeurt, is dat de fabrikanten het tempo opvoeren met het lanceren van nieuwe producten, terwijl Android er nog helemaal niet klaar voor is. Dit gebeurde in het verleden al eerder, toen fabrikanten ineens tablets gingen uitbrengen met Android 2.3. Die versie van Android was echter helemaal niet ontwikkeld voor zulke grote schermen. Google kwam toen noodgedwongen met Android 3.0 op de proppen, maar dat was een soort snel in elkaar geflanste Android-versie voor tablets. Google had het tabletverhaal eigenlijk pas met Android 4.0 goed op orde. De zoekgigant had te weinig tijd om Android goed te optimaliseren voor tablets, wat nu mogelijk ook gaat gebeuren met 64bit-ondersteuning.

In de Android-kernel is weliswaar ondersteuning te vinden voor 64bit-chips, omdat deze is afgeleid van de Linux-kernel. Maar Google moet eerst nog een hele lading optimalisaties doen voordat er echt gesproken kan worden over een prestatiewinst. Ook de Dalvik-engine, waarmee de apps worden uitgevoerd, maakt gebruik van 32bit. Google is al wel begonnen met een nieuwe engine genaamd ART, maar deze is nog volop in ontwikkeling en nog niet in gebruik genomen. Naar verluidt draait de ART-engine op dit moment ook nog op 32bit. Google is dus nog lang niet zover met Android als de fabrikanten zouden willen en of Android 4.5 of Android 5.0 daar verandering in gaan brengen is de grote vraag.

In tegenstelling tot Android zou Chrome OS (review) al wel een hele brede ondersteuning hebben voor 64bit-chips. Daar liggen voor fabrikanten als Samsung en Qualcomm dan ook zeker kansen, voor Android is het echter nog even afwachten.

Het 64bit-verhaal biedt op dit moment dus eigenlijk nog geen meerwaarde, behalve een voorbereiding op de toekomst en kansen op de laptopmarkt, om minder afhankelijk te worden van bijvoorbeeld een grootmacht als Intel.