2min

Tags in dit artikel

, , ,

De rechtszaak die een groep advocaten heeft aangespannen namens alle Facebookgebruikers tegen het sociale medium kan toch zijn doorgang vinden. Een Amerikaanse rechter heeft de zaak toevankelijk verklaard.

De advocaten spannen deze rechtszaak aan omdat Facebook betaalde advertenties aanbiedt waarin een bedrijf of product wordt aangeprezen met de naam en foto van een gebruiker die het bedrijf geproduct heeft ge-Liked in het verleden. Het sociale medium heeft echter geen nadrukkelijke toestemming gevraagd aan de desbetreffende gebruiker. Dit is volgens de advocaten in strijd met de wet.

Facebook had eerder gevraagd om de zaak te seponeren, omdat het opnemen van namen en foto’s niet echt bij de advertentie hoorde. De gebruikers die in de advertentie opgenomen worden zijn ‘openbare figuren’ en geven slechts hun mening over het bedrijf of product. Een beetje een vreemde redenering van Facebook, want een gebruikerservaring of testimonial is immers ook een reclamevorm. De rechter gaat dan ook niet mee in deze redering en heeft besloten dat de rechtszaak kan plaatsvinden.

Facebook wilde niet reageren op het oordeel van de rechter.

In augustus overkwam LinkedIn iets vergelijkbaars. Dit online platform had zonder dit aan de leden mede te delen de algemene voorwaarden veranderd. Hierdoor was het mogelijk om zonder toestemming foto’s van haar leden in advertenties te gebruiken. LinkedIn kreeg veel kritiek op zijn plannen. Enkele dagen later besloot het digitale platform om eieren voor zijn geld te kiezen en af te zien van deze wijziging in de algemene voorwaarden.