2min

Als het om de bescherming van privacygevoelige gegevens gaat, presteert het ene bedrijf beter dan het andere. Als justitiële instanties om persoonlijke data, locatiegegevens of andere privégevoelige informatie vragen, verstrekken Apple en Microsoft vrijwel zonder na te denken deze informatie. Twitter, Dropbox, LinkedIn en Google doen beter hun best en willen zich nog weleens verzetten.

Dat blijkt uit onderzoek van de Electronic Frontier Foundation (EFF), de Amerikaanse belangenbehartiger van online privacy. De organisatie heeft een ranglijst samengesteld waarin de inspanningen van 18 grote commerciële bedrijven worden beoordeeld aan de hand van vier criteria:

  • Verspreiden van informatie over wettelijke dataverzoeken;
  • Transparantie over deze aanvragen;
  • Inspanningen voor privacybescherming van hun leden in rechtszalen;
  • Inspanningen voor privacybescherming bij politici.

Uit de lijst schieten vijf bedrijven met kop en schouders boven de rest uit als het gaat om de bescherming van privacygevoelige informatie van hun gebruikers: Dropbox, Google, LinkedIn, Twitter en Sonic.net. Google lanceerde bijvoorbeeld in 2009 het Transparancy Report. Met dit rapport geeft Google gebruikers inzicht in welke mate overheden bij de zoekmachine aankloppen voor informatieaanvragen en verzoeken tot het verwijderen van data. Begin dit jaar moest Twitter op last van de rechtbank gegevens afstaan aan het ministerie van Justitie over de Nederlander Rop Gonggrijp. De aanleiding voor dit verzoek is een gerechtelijk onderzoek dat loopt tegen Wikileaks.

Bedrijven als MySpace, Skype, Facebook, Apple, Microsoft en Yahoo! doen weinig tot niets om hun leden te beschermen. Apple beloofde enkele maanden geleden haar privacyvoorwaarden beter te zullen naleven.

Het is de tweede jaar op een rij dat de EFF het onderzoek uitvoert. De organisatie wil het onderzoek jaarlijks uitvoeren in de hoop dat bedrijven meer aan de bescherming van privacygevoelige informatie van hun klanten en leden gaan doen.