De Nederlandse overheid heeft besloten om bij volgende frequentieveilingen meer eisen te gaan stellen aan de telecomproviders, zo wil de overheid afdwingen dat er in heel Nederland een fatsoenlijke dekking is. In afgelegen gebieden of in de grensregio laat dekking nog weleens te wensen over en daardoor kunne burgers niet eenvoudig 112-bellen, dat wil de overheid hiermee oplossen.
De overheid gaat niet van alle providers eisen dat ze overal dekking bieden, maar er moet overal in Nederland tenminste één provider dekking bieden voor mobiele telefonie en mobiel internet. Daarmee zet de overheid de deur open voor providers om samen te werken om in alle uithoeken dekking te creëren, iets wat in het buitenland heel normaal is.
In de Verenigde Staten hebben ze bijvoorbeeld in veel afgelegen gebieden, maar ook in de woestijn vaak nog gewoon mobiele dekking. De providers daar werken samen om dat te realiseren en delen het netwerk in die afgelegen gebieden. In Nederland zou dat kunnen betekenen dat je in een uithoek in Groningen waar nu geen dekking is, bijvoorbeeld KPN de dekking in orde maakt en je als Vodafone-klant dan tijdelijk gebruik maakt van het KPN-netwerk, terwijl Vodafone bijvoorbeeld hetzelfde doet in een afgelegen gebied in Zeeland voor KPN-klanten.
Hoe het geregeld gaat worden zal de praktijk moeten uitwijzen, maar de overheid wil gewoon dat heel Nederland dekkend wordt gemaakt en dat moet met inmiddels vier providers met een eigen netwerk, geen moeilijke opgave zijn. Volgend jaar zal de overheid de eerste doelstellingen en volledige voorwaarden bekend gaan maken voor de volgende frequentieveiling, daarmee kunnen providers straks ook 5G-netwerken gaan uitrollen. Hiervoor zal onder andere de 700 MHz-band ingezet gaan worden.