2min

Tags in dit artikel

, , ,

De Nederlandse overheid geeft veel minder geld uit aan ict-onderzoek dan het bedrijfsleven. Ook vergeleken met andere landen, blijven de publieke uitgaven aan ict-onderzoek ver achter. Daarbij komt nog dat de publieke uitgaven steeds vaker incidenteel zijn.

Bedrijven geven negen keer zoveel uit aan ict-onderzoek dan de overheid, dit komt neer op 1,5 miljard euro per jaar. De publieke uitgaven voor ict-onderzoek zijn 170 miljoen euro. Dit blijkt uit de ICT-Scan 2008 in opdracht van ICTRegie. Een belangrijke reden voor het verschil in uitgaven tussen bedrijven en de publieke sector is de Bsik-subsidies, deze zijn namelijk weggevallen. Bsik was een subsidieprogramma van de NWO om het onderzoek naar ict te stimuleren.

De Europese Unie streeft wil in 2010, 3 procent van het bruto binnenlands product wordt uitgegeven aan research & development. In Nederland is dit momenteel slechts 1,3 procent. Ook wordt er gestreefd naar een verhouding tussen publieke en private uitgaven met een verhouding van 1:2. Vaak blijven bedrijven achter, maar in Nederland is het omgekeerde het geval.

Tijdelijke subsidies

Ongeveer een kwart van de totale r&d-uitgaven van bedrijven gaat naar ict-onderzoek. De publieke uitgaven worden steeds incidenteler. Sinds 2004 is er steeds vaker sprake van tijdelijke subsidies.

Bij subsidies wordt onderscheid gemaakt tussen de eerste geldstroom (direct vanuit de overheid), de tweede geldstroom (van zelfstandige publieke organisaties zoals NWO) en de derde geldstroom (afkomstig van anderen en vaak projectgebonden). Het aandeel uit de tweede geldstroom groeide naar 19 procent en uit de derde geldstroom groeide naar 27 procent. De totale subsidie-omvang nam echter nauwelijks toe.

Deze afhankelijkheid van tijdelijk geld maakt het publieke onderzoek kwetsbaar en maakt het moeilijker om projecten op lang termijn te realiseren en excellentie op te bouwen en te behouden.