1 min

VMware heeft zijn aanpassing die het vorig jaar deed aan het licentiemodel ongedaan gemaakt. Het bedrijf kreeg een hoop kritiek te verwerken van klanten en heeft daar nu uiteindelijk naar geluisterd. De licentiekosten worden straks niet langer berekent op basis van de hoeveelheid gevirtualiseerd geheugen in de servers maar op het aantal processoren.

Pat Gelsinger, de toekomstig CEO van VMware was duidelijk: "We hebben jullie gehoord, vRAM is geen woord meer in het Vmware-woordenboek". Daarmee draaide VMware de tariefwijziging terug die het bedrijf een jaar geleden invoerden. MKB-ers die hun servers gevirtualiseerd hebben op een klein aantal servers met elk veel geheugen zullen het meest profiteren van het terugdraaien van de tarieven.

Sinds ongeveer een jaar wordt de prijs van de vSphere-licentie bepaald door de hoeveelheid gevirtualiseerd geheugen. Dit betekent dat virtuele machines en de configuratie van die machines ineens beperkt werd door de licentie. VMware versoepelde al vrij snel de regels toen het een een lading kritiek kreeg te verduren.

Gelsinger noemde vooralsnog geen verklaring voor het terugdraaien van de licentiewijziging. Dit laat zich misschien wel raden want met de aanstaande introductie van de Windows Server 2012 door Microsoft zal er een goed alternatief komen voor VMware. De bedrijfsresultaten van VMware waren het afgelopen jaar weliswaar goed maar toch wordt er geen risico genomen dat boze klanten overstappen naar Windows Server 2012.

Straks bepalen het aantal fysieke processoren weer de prijs van een VSphere-licentie.