De Tweede Kamer heeft ingestemd met een voorstel van D66 om 500.000 euro te doneren aan open source encryptieprojecten. Daarmee stopt de Nederlandse overheid geld in initiatieven waar landen als Frankrijk en de Verenigde Staten op dit moment minder blij van worden.
Sinds duidelijk is geworden dat de Amerikaanse inlichtingendiensten de afgelopen jaren enorm ver zijn gegaan in het afluisteren en verzamelen van data van mensen is het internet versneld gaat versleutelen. Alleen op internet wordt tegenwoordig voorzien van encryptie zodat overheden niet meer zo makkelijk kunnen meeluisteren.
Natuurlijk is het veel veiliger als alle verbinden voorzien zijn van encryptie, maar het geeft terroristen en andere kwaadwillenden ook de mogelijkheid om in het geheim te communiceren zonder dat een inlichtingendienst dit kan afluisteren. Daarom is er in de Verenigde Staten al enige tijd een discussie gaande over de grote IT-bedrijven de mogelijkheid moeten bieden om toch verbindingen te kunnen afluisteren, een zogenaamde backdoor.
In Nederland zien we dat niet zitten, daar zijn we echt voorstander van encryptie. Daarom ook een wetsvoorstel om 500.000 euro te doneren aan de open source-projecten die zich bezig houden met encryptie zoals OpenSSL, LibreSSL en PolarSSL. Hoeveel geld er naar welke club gaat moet nog worden bepaald.
De vraag is alleen of Nederland dat nog steeds is als hier een terroristische aanslag plaatsvindt. In Frankrijk kijken ze nu ook ineens een stuk kritischer naar encryptie, daar overwegen ze publieke hotspots en Tor-verbindingen te verbieden.