2min

Bert Hubert, lid van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB), heeft begin vorige maand zijn ontslag ingediend bij premier Mark Rutte. Hubert was het niet eens met een wetsvoorstel dat de inlichtingendiensten AIVD en MIVD vergaande bevoegdheden geeft bij onderzoek naar landen met een offensief cyberprogramma.

De reden voor het opzeggen van zijn lidmaatschap is dat Hubert zich niet kan vinden in het wetsvoorstel ‘Tijdelijke wet’, waarbij de twee inlichtingendiensten hun onderzoeken bij de TIB op een andere manier moeten gaan toetsen. De goedkeuring van het wetvoorstel door de Raad van State gaf de doorslag voor zijn vertrek.

Met het wetsvoorstel wil het kabinet de AIVD en de MIVD in staat stellen om kabelverkeer te onderscheppen zonder dat de TIB daarvoor toestemming verleent. Hierbij is er geen sprake meer van voortijdig toezicht, zoals nu de gewoonte is, maar van ‘realtime’ toezicht. Met deze vorm van toezicht denken de inlichtingendiensten sneller en effectiever te kunnen inspelen op cyberdreigingen uit landen als Rusland en China.

Redenen voor afscheid

In zijn afscheidsbrief aan de premier stelt Hubert, die in 2020 lid werd van de driekoppige TIB, dat hij als persoon moeite heeft met het wetsvoorstel. Hij denkt dat hij zijn technische kennis hiervoor niet meer voldoende kan blijven inzetten. De huidige wetgeving zou volgens hem in balans zijn, en de reden dat het toezicht op dit moment werkt.

Het wetvoorstel verstoort deze balans, stelt Hubert in een persoonlijke verklaring. Volgens hem worden de criteria voor het toezicht door het voorstel uitgekleed. Hij heeft vooral moeite met het feit dat inlichtingendiensten straks helemaal geen reden meer hoeven te geven voor het afluisteren van verkeer via grote internetkabels. Voor andere vormen van afluisteren en aftappen moeten nu nog wel ‘indicaties’ worden gegeven. Op de nieuwe manier kan er weinig worden getoetst.

Weinig capaciteit voor toezicht

Een andere belangrijke reden voor zijn ontslag was dat Hubert bang is dat de TIB door het nieuwe wetsvoorstel overbelast raakt. Toezichthouders moeten straks zelf gaan onderzoeken wat de inlichtingendiensten precies uitvoeren en waarom zij dat doen. Pas als zij daarbij constateren dat deze werkzaamheden in strijd zijn met de wet, kunnen zij actie ondernemen. Dit zijn vaak lastige en zware trajecten.

Op deze manier zou het toezicht aan waarde inleveren. Hubert noemt hierbij als voorbeeld de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die met dezelfde uitdaging te maken heeft. Voldoende technisch gekwalificeerd personeel zou dit kunnen oplossen, maar het voormalige TIB-lid verwacht dat dit door het huidige personeelstekort niet kan worden gerealiseerd.

De TIB heeft het besluit van Bert Hubert gerespecteerd en wenst hem succes in zijn verdere werkzaamheden.

Tip: ‘AIVD en MIVD proberen Nederlanders massaal af te luisteren’