2min

Tags in dit artikel

, ,

Installatie

Het installeren van een Bluesound-systeem is eenvoudig. Bij de Node 2, PowerNode 2 en Vault is het alsof je een cd-speler  aansluit. Speakers met wat extra’s weliswaar. Deze eenvoud is zeker het geval als je gebruik maakt van een bekabelde netwerkverbinding. In dat geval werkt het systeem namelijk plug and play, omdat de App van Bluesound dan direct de streamer vindt. Waarna je muziekservices als Spotify, Deezer, Tidal, Qobuz, etc, kunt invoeren en een netwerkshare kunt toevoegen. Bluesound Pulse2-wireless-speaker Wil je via Wi-Fi installeren, dan log je allereerst in op de hotspot die Bluesound opzet (naam verschilt per model, maar er zit altijd het typenummer in verwerkt). Daarna open je de app om de streamer aan te geven op welk netwerk de speaker mag inloggen en voer je je WiFi-code in. De streamer wordt dan in het netwerk opgenomen. Het prettige aan Bluesound is, dat je maar aan één zone, of streamer, hoeft te vertellen welke muziekdiensten je wilt gebruiken en waar de netwerkshare zich bevindt. De spelers delen deze data onderling, waardoor de muziekdiensten en bibliotheek overal zichtbaar zijn. Dat geldt ook voor USB-sticks of harde schijven die je achterin prikt. Het enige punt van kritiek dat we hebben, is de manier waarop er een netwerkshare gekoppeld moet worden. Bij een Synology-NAS gaat dat lastig als de guest-account uit staat. Dan zien we namelijk niet de shares in de lijst staan. We moeten dan handmatig het pad ingeven en de gebruiker en wachtwoord invoeren. Bij andere merken – denk aan Netgear of Qnap – is dat niet zo. Toch een punt van aandacht, want voor de niet zo technische gebruikers, en dat zijn er nogal wat, is dit wel een struikelblok. Als Bluesound ondersteuning biedt voor gebruikersnamen en wachtwoorden voor netwerkshares wordt het al een stuk eenvoudiger.