Terwijl de EU en de VS tientallen miljarden in de eigen chipproductie steken, heeft China veel grotere ambities. Een blokkade op de verkoop van machinerie voor chipfabricage zou de Chinese ontwikkeling moeten inperken, maar Huawei vormt plannen om deze te omzeilen. Op den duur zou China’s chipproductie weleens met kop en schouders boven de rest uit kunnen steken.
Een zorgwekkend bericht komt uit de koker van Bloomberg: Huawei zou bezig zijn met een geheim netwerk van fabrieken voor chipproductie, kortweg ‘fabs’. Door onafhankelijk ogende tussenpartijen zou het alsnog westerse chipmachines kunnen bemachtigen. Huawei staat namelijk sinds 2019 op de ‘entity list’ in de VS en mag bijvoorbeeld ook geen ASML-producten aanschaffen. Toch verkopen Amerikaanse bedrijven nog altijd machines bedoeld voor oudere fabricageprocessen, zoals 28-nanometer. In september moet daar een eind aan komen.
Bloomberg polste de Semiconductor Industry Association (SIA) voor commentaar, waar de Nederlandse organisaties ASML en NXP aan gelieerd zijn naast onder andere Nvidia, Intel, Micron en Western Digital. Die groep waarschuwt ervoor dat er alleen al voor Huawei omgerekend 30 miljard dollar weggelegd is vanuit de Chinese staat. Daarmee lijkt het bedrijf een grootmacht in eigen land te gaan worden voor chipproductie. SIA identificeerde vijf faciliteiten die Huawei onder andere bedrijfsnamen opereert.
In totaal zou China bereid zijn 100 miljard dollar tot 2030 uit te geven om de eigen chipproductie aan te sterken. Het is echter niet helemaal duidelijk of het hier gaat om subsidiëring zonder tegenprestatie of leningen. Toch is het een zorgwekkende ontwikkeling voor eenieder die hoopt dat Europa en de VS leiders worden als het gaat om chipproductie.
Nationale veiligheid
De exportrestricties vanuit het westen zijn continu gebracht als een kwestie van nationale veiligheid. Huawei is om diezelfde reden bijvoorbeeld in de ban gedaan, met het verwijderen van 5G-zendmasten op ons eigen continent tot gevolg (hoewel dat proces nog niet voltooid is, zoals in Duitsland). Dat bedrijf is dermate een no-go voor westerse bedrijven dat Western Digital eerder dit jaar een boete van 300 miljoen dollar mocht aftikken.
Maar wie nationale veiligheid voor ogen heeft, dient eigenlijk helemaal geen chipfabricage te faciliteren voor landen waar het niet volledig achter staat. Een chip op een ogenschijnlijk verouderd proces kan namelijk nog steeds zeer nuttig zijn voor militair gereedschap, auto’s en industriële apparatuur.
Of je het nou verpakt als een veiligheidsrisico of niet: uiteindelijk gaat het hier om het beschermen van de eigen concurrentiepositie. Wat dat betreft zitten zowel Europa en in mindere mate de VS met een aantal problemen.
Europa: een bescheiden bedrag voor een grote inhaalslag
Er zijn wel ietwat positieve ontwikkelingen rondom de Europese chipproductie: Intel, TSMC, NXP en Bosch hebben groen licht voor hun plannen om fabrieken te bouwen. Met name Duitsland, maar ook Polen mag hopen op een opleving van de chipindustrie in eigen land. Ook is Europa al een vooraanstaande leverancier van chipfabricage met ASML als internationaal gerenommeerde speler.
Als het bedrag van omgerekend 100 miljard dollar aan Chinese staatssteun echter klopt, dan laat het zien dat de EU wel erg krenterig is. Het gaat om omgerekend 92,4 miljard euro versus de 43 miljard die de EU Chips Act inhoudt. De Europese doelstelling is een marktaandeel van 20 procent wereldwijd, maar tegenover de aanstaande opmars van China en de vergelijkbare investeringen in Amerika valt het maar te bezien of dat haalbaar is. Althans, met de huidige bedragen.
De VS: waar blijft het geld?
De Europese Chips Act was niet de eerste van zijn soort: Amerika was al bijna een jaar eerder met de CHIPS-act. De investeringen zijn voor allerlei doeleinden bestemd, waarvan 52,7 miljard dollar (48,7 miljard euro) bedoeld is voor chipproductie. Onder andere TSMC, Intel, Samsung gaan aan de slag met fabrieken in Arizona, terwijl ook Ohio, New Mexico, Texas en New York staten zijn waar de chips gebakken zullen worden.
Gezien de betere concurrentiepositie van de VS ten opzichte van Europa is het niet al te gek dat de investeringen aldaar niet veel groter zijn. Toch is het eveneens maar de vraag of het genoeg is. Een ander probleem: chipbedrijven zitten nog steeds te wachten op overheidsgeld. De goedkeuringen ontbreken nog, waardoor de inzet van nieuwe fabrieken op losse schroeven staat.
Dit alles maken de ambitieuze plannen van met name Intel Foundry discutabel. De problemen die dat bedrijf ondervindt op andere fronten heeft het al gedwongen om talloze divisies opzij te schuiven. De kostenbesparingen hoopt het aan te vullen met geld vanuit deals met bijvoorbeeld Arm, die chips gaan laten bakken in Intel-faciliteiten. Echter is het financiële beeld van Intel dermate zorgwekkend dat experts bij SiliconANGLE’s The Cube-podcast zich hardop afvragen of de chipgigant het wel overleeft. In combinatie met de inhaalslag die het op het gebied van AI-hardware moet maken, wordt het wel erg veel op het bord. Het is een belangrijke speler in het totaalplaatje van de westerse chipproductieplannen, dus een versobering hiervan kan erg negatieve effecten hebben op de concurrentiepositie.
Mocht China dan ook nog eens voorbij de exportrestricties komen, dan mogen Europa en Amerika hun borst nat maken.
Lees ook: Dit zijn de plannen voor de Europese chipproductie