Hewlett Packard Enterprise (HPE) stuurt vandaag samen met NASA en SpaceX een supercomputer de ruimte in. De bestemming: ruimtestation ISS. Niet zo gek, aangezien de huidige computers van ISS lopen op microprocessors die in 1985 geïntroduceerd werden. Deze verouderde computers worden echter wel 24/7 vanaf de grond gemonitord met krachtige computers.
Voorlopig is de communicatie met de aarde voldoende, maar vernieuwing is voor de toekomst wel belangrijk. SpaceX probeert namelijk werk te maken van een mogelijke kolonisering van Mars. De afstand tussen de Aarde en Mars is dusdanig groot dat er nieuwe hardware nodig is. Dat is dan ook één van de redenen waarom HPE in samenwerking met SpaceX en NASA de supercomputer met de naam Spaceborne Computer de ruimte instuurt.
Bouw
Deze computer is niet op een traditionele manier geschikt gemaakt voor de omgeving van de ruimte. de Spaceborne Computer is software hardened, wat betekent dat het doel is om beter te begrijpen hoe de ruimte de prestaties van een computer beïnvloedt. Ondertussen loopt er op de aarde een zelfde model ter controle in een laboratorium.
IT PRO weet dat de Spaceborne Computer gebruikmaakt van Apollo x86-servers. Bovenop de typische gebruikelijke high performance computing (HPC) benchmarks zijn extra lagen van foutdetectie, verzamel- en preventiesoftware toegevoegd. HPE laat weten dat er drie redenen zijn om voor de Apollo 40-familie te kiezen. Ten eerste zijn ze compact, ten tweede presteren ze erg goed en ten derde zijn het zeer alledaagse modellen waar men al veel ervaring mee heeft.
Succes
De supercomputer moet uiteindelijk als test een jaar draaien in het ruimtestation. Dat is momenteel precies dezelfde tijd als een mens nodig heeft om Mars te bereiken. Het zal in de toekomst, wanneer er echt een kolonie op de planeet komt, waarschijnlijk sneller gaan. Niet alleen zij hebben baat bij snellere communicatie. Ook astronauten moeten voor een succesvolle missie snel kunnen communiceren.