2min

Siri, de spraakherkenningssoftware in de nieuwe iPhone 4S, lijkt op dit moment voornamelijk voor grappen en grollen gebruikt te worden. Tot op heden was het onbekend hoeveel data van je mobiele internetabonnement hierbij verbruikt wordt. Inmiddels hebben een aantal nieuwsgierige redacteuren van Ars Technica dat in kaart gebracht.

Siri kreeg een aantal uiteenlopende ‘lokale’ opdrachten voorgeschoteld. Denk hierbij aan taken zoals het inschakelen van je wekker, het noteren van een afspraak in je agenda en het instellen van een reminder. In totaal voerde de redactie zes verschillende lokale opdrachten uit. Daar verbruikte Siri in totaal 220 KB aan data, uiteenlopend van 18 KB tot 60 KB per opdracht. Gemiddelde dataconsumptie voor lokale taken kwam volgens deze test uit op 36,7 KB.

Daarnaast voerden de redacteuren vijf zoekopdrachten uit waarvoor internet nodig was. Zo vroegen zij zich onder meer af hoeveel calorieën er in een muffin zitten, in welke films Kevin Bacon heeft gespeeld en wat de echte naam is van Lady Gaga. Voor al deze opdrachten verbruikte Siri 473,5 KB aan data, wat neerkomt op een gemiddelde van 94,72 KB per zoekopdracht.

De redacteuren concluderen dat het dataverbruik afhankelijk is van de complexiteit van je opdrachten. Hoe ingewikkelder de opdracht, des te groter het dataverbruik. Een antwoord opzoeken op internet is een complexe taak, daarom verbruiken internettaken meer data dan lokale taken.

Maar wat betekent dit nou concreet? Als je Siri twee tot drie keer per dag gebruikt en dat een maand lang volhoudt, dan heb je niet meer dan 5,5 MB aan data verbruikt. Gebruik je Siri gemiddeld vier tot zes keer op een dag, dan kost dat zo’n 11 MB aan data. Wie Siri dagelijks tien tot vijftien raadpleegt verbruikt in een maand tijd ongeveer 27,7 MB.

Gelukkig valt het allemaal wel mee met het dataverbruik en kan iedereen zich naar hartenlust uitleven op Siri. Op Youtube zijn al tientallen humoristische filmpjes te vinden waarin gebruikers Siri de meest opmerkelijke vragen stellen. De ‘iPhone 4S Song’ is daar een voorbeeld van.