2min

Google en Ubuntu-maker Canonical werken samen om desktop Linux-ondersteuning naar Flutter te brengen. Hierdoor kunnen ontwikkelaars apps bouwen voor Linux-desktops.

Ontwikkelaars gebruiken het UI-framework doorgaans om apps te maken voor meerdere besturingssystemen. Een app hoeft slechts één keer geschreven te worden met behulp van de Dart-programmeertaal, waarna de app kan draaien op macOS, Android en iOS. Door de nieuwe ondersteuning kunnen ontwikkelaars Flutter ook gebruiken om Linux-apps te maken en te distribueren via de Canonical Snap Store en andere Linux-app stores.

“Door desktop Linux-ondersteuning in Flutter mogelijk te maken, maakt Canonical het zeer eenvoudig voor applicatieontwikkelaars om apps voor Linux-gebruikers te publiceren via de Snap Store, de app store voor Linux”, zeiden Chris Sells van Google en Ken VanDine van Canonical in een gezamenlijke blogpost.

Met de nieuwe ondersteuning voor Linux-desktops kunnen app-ontwikkelaars hun applicaties publiceren naar miljoenen Linux-gebruikers. Beide bedrijven profiteren van deze samenwerking. Meer ontwikkelaars zullen nu applicaties bouwen met Flutter en Canonical kan kwalitatievere apps op de Snap Store uitbrengen.

Google en Canonical willen ook dat Flutter-applicaties voor Linux kwalitatief in orde zijn. In de huidige alpha kunnen Flutter-applicaties bijvoorbeeld gebruikmaken van muis- en toetsenbordinvoer.

Shift van mobiel naar desktop

De samenwerking maakt onderdeel uit van een nieuwe strategie van Google om de ondersteuning voor het UI-platform uit te breiden naar andere systemen. In mei maakte Google bekend dat Flutter werd uitgebreid van mobiele platforms naar desktopomgevingen. MacOS beschikt inmiddels over een alpha-versie van Flutter, terwijl er voor Windows ook plannen zijn.

Volgens het Flutter-team gebruiken ongeveer 500.000 ontwikkelaars Flutter maandelijks. Op het moment zijn er 80.000 door Flutter gebouwde Android-apps te vinden in de Google Play Store, ten opzichte van 50.000 apps in april.