Microsoft heeft recent in relatieve stilte de prestaties van zijn Edge-browser verbeterd met vooral betere (laad)prestaties van de user interface. Hiervoor is een geheel nieuwe onderliggende code-architectuur geïntroduceerd, geeft het bedrijf aan.
De afgelopen maanden heeft Microsoft onder de radar een aantal verbeteringen aan zijn Edge-browser doorgevoerd, maakte de techgigant recent bekend. De verbeteringen richtten zich vooral op het optimaliseren van de prestaties van de browser. Dit op basis van de telemetriedata die Microsoft over deze prestaties ontvangt van eindgebruikers.
In Edge-versies 122 en hoger -de meest recente is versie 125.0.2535.6- laadt de user interface nu 42 procent sneller dan voorheen. Voor devices die geen SSD en minder dan 4GB RAM-geheugen hebben, is de laadtijd zelfs met 76 procent versneld. Ook het in- en uitklappen van de favorietenlijst gaat nu, vanaf Edge versie 124, veertig procent sneller.
De komende maanden verbetert Microsoft ook andere browser-toepassingen in Edge. Denk daarbij onder meer aan de browsegeschiedenis, downloads en de wallet.
Hoeveelheid noodzakelijke code aangepakt
Volgens Microsoft zijn de prestatieverbeteringen het gevolg van het aanpakken van de hoeveelheid code. Op basis van de telemetrie-data realiseerde het bedrijf dat de gebruikte code-bundels van onderdelen van de Edge-browser te groot waren. Dit doordat enerzijds de organisatie van de UI-code in de browser niet modulair genoeg was, waardoor één onderdeel van deze code andere onderdelen kon vertragen. Dit door bepaalde zaken onnodig te delen.
Anderzijds gebruikte veel code een framework dat afhankelijk was van JavaScript om de user interface te renderen, ofwel ‘client-side rendering’. Dit was de afgelopen tien jaar een populaire trend onder ontwikkelaars omdat zij hierdoor productiever konden zijn en het meer dynamische UI-ervaringen mogelijk maakt.
Uiteindelijk bleek dat de client-side rendering-methode juist een enorme vertraging oplevert voordat eindgebruikers uiteindelijk de user interface te zien krijgen. Vooral eindgebruikers met low-end devices hadden hier last van.
Nieuwe onderliggende architectuur
Met de update heeft Microsoft er nu voor gezorgd dat de user interface sneller laadt via een hele nieuwe architectuur. Deze markup-first-architectuur vermindert de omvang van de codebundels en de hoeveelheid benodigde JavaScript-code gebruikt voor het opstarten van de user interface. Microsoft noemt deze ontwikkeling WebUI 2.0.
Deze nieuwe interne UI-architectuur is meer modulair en is daarbij gebaseerd op een repository van web-onderdelen die speciaal zijn aangepast voor moderne web engines.
Verder zijn nieuwe web-platformpatronen toegevoegd die het makkelijk maakt nieuwe browsereigenschappen te introduceren die binnen de nieuwe markup-first-architectuur blijven en de meest optimale mogelijkheden ontsluiten.
Lees ook: Microsoft Edge Workspaces maakt van browser een samenwerkingshub