2min

De omzet van het bedrijf Oracle loopt langzaam terug en daar heeft het nu een oplossing voor gevonden. Het bedrijf heeft, zes jaar nadat het Sun Microsystems heeft overgenomen, besloten om actief gebruikers van Java te benaderen om ze licentiekosten te laten betalen. Hoewel Java grotendeels open source is, geldt dat niet voor alles en staat er in de licentievoorwaarden dat Oracle hier geld voor mag rekenen.

Oracle kreeg Java in 2010 in handen, toen het Sun Microsystems overnam. Sindsdien deed het vrijwel niets met het gebruik van Java, maar nu het bedrijf zijn License Management Services (LMS) divisie draaiende heeft, doet het dat wel. Er zouden twintig mensen ingehuurd zijn wereldwijd, om bedrijven die een gratis versie van Java gebruikt hebben, op te sporen en te laten betalen. Het zou zes jaar geduurd hebben omdat Oracle zijn klanten in kaart moest brengen, alvorens de acties ondernomen konden worden.

Er staan hierbij grote bedragen op het spel, want volgens The Register, dat als eerste met het nieuws kwam, draait het om de Java SE-versie. Daarbij zijn er drie typen licentie, waarbij van 40 tot 300 dollar per gebruiker en 5.000 tot 15.000 dollar per processor betaald moet worden.

Mensen met wie The Register gesproken heeft, melden verschillende hoge bedragen. Er zou bijvoorbeeld een klant zijn geweest, die te horen kreeg 100.000 dollar te moeten betalen. Nadat die beslissing aangevochten werd, bracht Oracle het bedrag met 30.000 dollar omlaag.

Het grote probleem voor Java-gebruikers is het oerwoud aan uitzonderingen dat Oracle opgebouwd heeft. Toen het Sun Microsystems kocht, was Java nog gratis, maar het in 2011 geïntroduceerde Java SE Advanced en Java SE Suite, en in 2014 op de markt gebrachte Java SE Advanced zijn niet gratis. Java SE mag zelf enkel gratis gebruikt worden als het om “algemeen computergebruik” gaat en niet als de gebruiker het systeem nodig heef voor “gespecialiseerde computers, gebruikt in intelligente systemen”, waarbij het onder meer om mobiele telefoons en Blu-Ray spelers gaat.