2min

Tags in dit artikel

, , , , ,

Het lijkt erop dat Google de strijd met Microsoft om de gunst van America Online (AOL) heeft gewonnen. De deal heeft Google echter veel geld gekost en brengt een aantal voorwaarden voor Google mee, die een aantal jaar geleden nog onbespreekbaar waren geweest voor het bedrijf.

Zowel Google als Microsoft hadden hun zinnen gezet op een aandeel in AOL. Beide bedrijven zagen in AOL een welkome aanvulling op hun online advertentie activiteiten.
Microsoft heeft over het hele afgelopen jaar al geprobeerd om middels gesprekken AOL over te halen in zee te gaan met de softwaregigant. Bij moederbedrijf Time Warner van AOL bestond echter de angst dat Microsoft niet zozeer een gezamenlijk belang nastreefde, maar meer op eigen succes gefocust zou zijn. In september 2005 besloten beide bedrijven daarom de gesprekken af te breken en een adempauze te nemen.

Google zag in deze adempauze haar kans schoon en ging in gesprek met Time Warner. Die gesprekken zouden nu uitgelopen zijn op een deal tussen de bedrijven ter waarde van één miljard dollar.
Voor dat bedrag krijgt Google 5 procent aandelen in AOL. AOL’s verkoopteam krijgt toegang tot het Google netwerk en Google zal diverse media van Time Warner een voorkeursbehandeling geven in haar zoekmachine.

Met dat laatste lijkt Google af te stappen van haar beleid om onafhankelijk zoekresultaten af te leveren aan haar gebruikers. Hoe de zoekresultaten echter weergegeven gaan worden is niet helemaal duidelijk. In de deal zal Google namelijk de resultaten van Time Warner bij de andere zoekresultaten gaan weergeven. Dat kan dus in de vorm van de zogenaamde "sponsored links", maar ook tussen of voor de andere zoekresultaten.

Duidelijk is wel dat Google door de deal een nog grotere speler wordt in de online advertentiemarkt. Samen met het team van AOL kan het bedrijf meerdere adverteerders benaderen en ook meer manieren van adverteren gebruiken, waaronder banners.
Beide bedrijven hebben in de deal verder ook hun zoekovereenkomst uit 2001 verlengd met vijf jaar.

Meer over de deal is te lezen op de site van The New York Times, waarvoor wel een registratie nodig is.