2min

Europarlementariërs slaan alarm over “bedreiging van de democratie” en eisen hervormingen van de regelgeving.

Maandagavond heeft de onderzoekscommissie van het Europees Parlement die het gebruik van Pegasus en soortgelijke spionagesoftware onderzoekt, haar eindverslag goedgekeurd. Daarnaast deed het aanbevelingen om de regulering en controle van dergelijke technologie in de Europese Unie te versterken.

Hun verslag volgt op een jarenlang onderzoek naar het misbruik van spyware binnen de EU. Spionagesoftware zoals Pegasus zouden door sommige nationale regeringen zijn ingezet voor verschillende doeleinden. Zo trachtte men de oppositie te intimideren, kritische media het zwijgen op te leggen en verkiezingen te manipuleren.

In het verslag van de ministers staat dat de huidige bestuursstructuren van de EU dergelijke aanvallen niet doeltreffend kunnen aanpakken. Met andere woorden: hervormingen zijn nodig om het spyware-probleem op te lossen.

Aanpak van regeringen met een slechte reputatie

Europees Parlementslid Sophie in ’t Veld is betrokken bij het verslag. Ze zei dat het onderzoek van het Parlement uiteindelijk “licht werpt op de antidemocratische en illegale praktijken van sommige EU-regeringen”. Daarnaast stelt ze dat “er nog steeds weinig tot geen zinvolle actie is ondernomen”.

Het rapport veroordeelde grote schendingen van de EU wetgeving in Polen en Hongarije. In die landen maakte het gebruik van Pegasus deel uit van “een systeem voor controle op de oppositie en critici van de regering – ontworpen om de regerende meerderheid en de regering aan de macht te houden”.

Met betrekking tot Griekenland zeiden Europarlementariërs dat spyware diende als “een instrument dat ad hoc wordt gebruikt voor politiek en financieel gewin”. Ze riepen ook Spanje op om “volledige, eerlijke en effectieve” onderzoeken uit te voeren, vooral naar 47 gevallen waarin het onduidelijk is wie toestemming heeft gegeven voor het gebruik van spyware.

Een beroep op de nationale veiligheid om spyware te rechtvaardigen

In het algemeen zijn onderzoeken naar het gebruik van spyware in EU-landen “belemmerd door obstructie, intimidatie en pesterijen”, zei in ’t Veld. Ze voegde eraan toe dat sommige regeringen zich ten onrechte beroepen op “nationale veiligheid” om hun gebruik van Pegasus te legitimeren.

Het rapport van de Europarlementariërs beveelt aan om het gebruik van Pegasus en soortgelijke spyware daadwerkelijk te stoppen. Er moeten EU-regels komen “voor het gebruik van spyware door wetshandhavers, die alleen in uitzonderlijke gevallen voor een vooraf bepaald doel en een beperkte tijd mogen worden toegestaan”. Bovendien stelt het rapport voor om een Europees technologielaboratorium op te richten dat burgers helpt die het doelwit zijn van dergelijke software.

Het is echter moeilijk voor te stellen dat EU-regeringsleiders, die politiek en financieel hebben geprofiteerd van het gebruik van PEGA, zo’n effectief instrument vrijwillig zullen opgeven.