De Autoriteit Persoonsgegevens waarschuwt dat Nederlanders erop voorbereid moeten zijn dat persoonlijke gegevens gelekt zijn of dat het in de nabije toekomst gaat gebeuren.
Dit zegt de privacytoezichthouder in zijn datalekrapportage over 2022. Volgens het AP zijn datalekken een hardnekkig probleem en eigenlijk niet meer te stoppen. Nederlanders moeten erop voorbereid zijn dat privacygevoelige gegevens al zijn gelekt of dat dit nog gaat gebeuren. Zij moeten daarvoor maatregelen nemen om het lekken van persoonlijke gegevens te voorkomen of te beperken.
21.151 datalekmeldingen
In het jaarrapport constateerde de toezichthouder dat in 2022 in totaal 21.151 meldingen van een datalek zijn gedaan. Meer dan 1.800 van deze datalekken waren het gevolg van een cyberaanval. De sectoren met de meeste datalekken in het afgelopen jaar zijn de gezondheidszorg, het openbaar bestuur en de financiële sector.
Vaak worden grote groepen mensen getroffen. Bij de drie grootste datalekken van medische gegevens in 2022 kwamen de data van ongeveer 900.000 personen op straat te liggen. Sinds de invoering van de GDPR-regelgeving in 2018 zijn in totaal meer dan 114.000 datalekken gemeld. 6.500 waren het gevolg van cyberaanvallen.
Cybercriminelen gebruiken, zo stelt de privacytoezichthouder, gelekte persoonlijke data vooral om grote groepen personen via phising op te lichten.
Verder geeft de privacytoezichthouder praktische tips voor het beter beschermen van persoonlijke gegevens. Daarnaast toont het welke acties door een datalek getroffen personen kunnen ondernemen en wat zij van organisaties na een cyberaanval mogen verwachten.
Lees ook: AP: ‘139 bedrijven getroffen door recente datalekken’
48 minuten geleden
