Installatie
Wie een licentie voor het ESET-pakket heeft aangeschaft, kan de software via de website downloaden. De softwareontwikkelaars hebben het eenvoudig gemaakt: van de grootste besturingssystemen (Windows en een aantal Linuxdistributies) zijn er kant en klare pakketten te downloaden van zeer bescheiden omvang: slechts een paar MB’s.Installeren van de RPM
In deze review is ESET geïnstalleerd op een Fedora-systeem. Voordat je daadwerkelijk de RPM kunt installeren, zul je eerst moeten instemmen met de Software License Agreement. Pas als je deze hebt bevestigd, wordt de RPM uitgepakt en kun je installeren.
Het bestand open je eerst in de terminal met het command:
PHP Code
Na het bevestigen van de EULA, kun je de RPM installeren met je favoriete package-installer of via het command:1 | $sh esets.i386.rpm.bin |
PHP Code
De installatie is in dat opzicht kinderlijk eenvoudig. Om het product te activeren, moet je het licentie-bestand invoeren:1 | #rpm -U esets-3.0.10.i386.rpm |
PHP Code
1 | #esets_lic --import file.lic |
De verkregen gebruikersnaam en wachtwoord gaan in het bestand /etc/esets/esets.cfg en uiteindelijk kan de daemon opgestart worden met het command:
PHP Code
1 | # /etc/init.d/esets_daemon start |
Commandline en webinterface
Als eenmaal de daemon is opgestart, begint de configuratie. Wie verwacht dat je met een prachtige GUI kunt afhandelen, zal tevergeefs zoeken in het applicatiemenu. Het Smart Security pakket van ESET mag dan wel geport zijn naar Linux, de configuratie is alleen via de commandline (bijvoorbeeld over een SSH-verbinding) of via een webinterface te doen.
Wie liever de configuratie van het Smart Security pakket afgesloten wil houden voor het web, zal zich moeten inspannen om de commands onder de knie te krijgen. Op zich zijn het er niet zoveel, temeer wanneer je in beschouwing neemt dat een aantal commands simpelweg niet heel vaak gebruikt worden. Een klein overzichtje van de commands leert dat er acht programma’s worden geïnstalleerd voor de commandline interface:
PHP Code
Voor het finetunen of het handmatig aanpassen van de configuratie is het altijd mogelijk om cfg-bestand aan te passen. Het configureren door middel van het cfg-bestand vereist veel geduld… Er is werkelijk heel veel aan te passen. Een grote mok zwarte koffie en een goed salaris doen veel goeds als je geen webinterface mag gebruiken.1 | /usr/sbin/esets_daemon /usr/sbin/esets_inst /usr/sbin/esets_lic /usr/sbin/esets_quar /usr/sbin/esets_scan /usr/sbin/esets_set /usr/sbin/esets_setup /usr/sbin/esets_update |
De webinterface is namelijk een prachtige tool. Het kent geen beperkingen ten opzichte van de commands. Het staat echter standaard niet ingeschakeld, maar dat is via het cfg-bestand zo geregeld. ESET heeft ervoor gekozen om geen specifieke poort toe te wijzen voor de webinterface. Deze kun je zelf kiezen en bovendien geschiedt de verbinding met de webinterface over een secured http-verbinding. Daarbij is de webinterface alleen te benaderen als je ook de juiste gebruikersnaam en wachtwoord weet. Met andere woorden: voor zover een webinterface veilig kan zijn, heeft ESET voor optimale flexibiliteit gekozen, waarbij de echte veiligheid volledig afhankelijk is van het inzicht van de gebruiker.
Om het vervolg een stuk appetijtelijker te maken dan heel veel regels met commands, hebben we ervoor gekozen om de webinterface de nodige ondersteuning te laten geven bij ons verhaal.
6 uur geleden
