6min

Paessler richt zich op dit moment vooral op de IT-infrastructuur, op het monitoren van servers en netwerken. Zodra er iets misgaat alarmeert hun monitoringtool PRTG de systeem- en netwerkbeheerders. Die duidelijke focus op IT is aan het veranderen. Hoewel het monitoren van de IT-infrastructuur belangrijk blijft, heeft het bedrijf ook grote ambities om het Internet of Things te monitoren. De focus ligt om te beginnen op de gezondheidszorg, cloudsensoren en sensoren van partner Sigfox. We spraken erover met Wilco Ravestein, Channel Sales Manager bij Paessler AG.

De meeste IT-professionals zullen bekend zijn met de PRTG-tool van Paessler, waarmee de IT-infrastructuur kan worden gemonitord. Hierbij is het de bedoeling dat de tool vooral voor beheerders werkt, en niet andersom. We schreven eerder al een uitgebreid artikel over de PRTG-tool. Uiteindelijk weet PRTG zich te onderscheiden met hele duidelijke en eenvoudige monitoring, die waar nodig ook visueel gemaakt kan worden. Als bijvoorbeeld een switch offline gaat, dan is het met PRTG duidelijk dat de switch het probleem is en niet één van de 20 servers die erachter hangt.

Paessler monitort met PRTG niet langer enkel IT maar ook IoT

Paessler gaat zijn vleugels uitslaan en ook andere zaken monitoren. Niet langer ligt de focus puur op de IT-infrastructuur. Om te beginnen kijkt men naar het Internet of Things (IoT). Om hier stappen in te zetten is er een samenwerking met Sigfox, een bedrijf dat netwerk- en sensortechnologie ontwikkelt zodat IoT-sensoren via een LPWAN-netwerk kunnen communiceren met de Sigfox Cloud. LPWAN staat voor low power wide area network. Sigfox gebruikt hiervoor zijn eigen technologie. Concurrenten op dit vlak zijn LoRa, NB-IOT en LTE-M. Dit zijn netwerken met een hele kleine frequentieruimte en waar hele kleine hoeveelheden data over kunnen worden gecommuniceerd tegen zeer lage kosten. Daarnaast heeft het bedrijf ook vele partners die IoT-sensoren bouwen op basis van het Sigfox LPWAN-netwerk.

Sigfox heeft bijvoorbeeld sensoren die de temperatuur kunnen meten, de vochtigheid van de grond, hoeveel regen er valt of is gevallen, sensoren die afstanden meten of hoe vol opslagtanks zijn. We hebben het dan over sensoren die vooral buiten worden gebruikt. Er zijn ook sensoren die binnen meer nut hebben. Denk daarbij aan rookmelders, het gebruik van een AED, hoe vaak een bureaustoel bezet is en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Sigfox heeft echt honderden sensoren die via het LPWAN-netwerk communiceren met de Sigfox Cloud.

De basisstations van het LPWAN-netwerk zijn verbonden met het internet. De waardes die de sensoren doorgeven worden centraal opgeslagen in de Sigfox Cloud, zodat klanten ze kunnen raadplegen. Of zodat klanten een tool als PRTG de data kunnen laten monitoren. PRTG communiceert dus niet met alle sensoren direct maar gewoon met de Sigfox Cloud om de sensordata op te halen en te analyseren. Als je alle data van de sensoren hebt en deze continu blijft uitlezen kan je vrijwel realtime daar actie op ondernemen.

Nationaal Computer Museum in het Verenigd Koninkrijk

Ravestein noemde het Nationaal Computer Museum als voorbeeld. In dit museum zijn oude maar nog werkende computers te vinden. De bedoeling is echter dat ze ook blijven werken, aangezien reserveonderdelen schaars zijn.

Men heeft elke computer in het museum dan ook uitgerust met sensoren om de temperatuur, de luchtvochtigheid en zelfs eventuele trillingen te meten. Als PRTG afwijkingen vindt in de data waarbij bijvoorbeeld de temperatuur te hoog of te laag komt, dan kan er een melding worden verstuurd naar de beheerder. Deze kan een computer dan onderzoeken of onderhoud geven om de levensduur te verlengen. Stel dat een ventilator van een koeler bijvoorbeeld kapot gaat, dan willen ze dat weten voordat de chips echt doorbranden. Zo’n koeler is vaak nog wel te vervangen, een chip niet.

In het museum hangen ook sensoren die meten hoeveel mensen er in elke ruimte zijn. Deze informatie wordt gebruikt om met schermen en verlichting aan te geven hoe druk het in elke ruimte is. Op die manier weet men waar het in het museum op dat moment het rustigst is, voordat je de ruimte bezoekt. Het doel hierachter is dat mensen met een beperking, die niet goed tegen drukte kunnen, ook welkom zijn in het museum en eventuele drukke plekken kunnen mijden. Maar ook voor bezoekers die niet in de rij willen staan om iets te bekijken is dit handig. Zij kunnen dan eerst de rustigere delen van het museum bezoeken.

Een ander voorbeeld waar Ravestein meer kwam is dat van Garnalenkwekers. Die maken ook dankbaar gebruik van sensoren, door de kwaliteit en temperatuur van het water waarin de garnalen worden gekweekt te meten. De waardes van het water (zuurgraad) zijn hierbij enorm van belang. Voorheen moesten kwekers daarvoor zelf samples nemen om het water handmatig te analyseren. Nu kunnen ze dat met een computer uitlezen en direct actie ondernemen.

Paessler kiest voor focusgebieden

Deze voorbeelden tonen eigenlijk al de eerder benoemde focus op IoT aan, terwijl Ravestein hiermee eigenlijk ook vormen van cloudsensoren visueel maakt. PRTG haalt de IoT-sensordata namelijk op uit de cloud en analyseert deze vervolgens. Er zijn echter ook genoeg IoT-apparaten waar PRTG in de toekomst direct mee zal communiceren. Dan kan je denken aan een fabriek waar een productiemachine of een lopende band voorzien wordt van sensoren, om mogelijke problemen vroegtijdig te detecteren. Daar communiceert PRTG dan mogelijk direct mee.

Wel is het zo dat veel IoT-apparaten in de toekomst zullen praten met een cloudomgeving of een edge computer op locatie waar sensoren aan gekoppeld zijn. PRTG zal daar dan ook mee communiceren. In de toekomst kunnen cloudsensoren dan ook allerlei soorten data bevatten.

Als we het hebben over het focusgebied van Paessler en de cloudsensoren die ze hierin noemen, dan moeten we meer denken aan cloudomgevingen met servers, containers en applicaties. PRTG is al heel goed in staat om je on premise omgeving te monitoren, maar ook de cloud moet goed te monitoren zijn. In theorie is dat eenzelfde oplossing, maar op een andere locatie. Dat Paessler daar een grotere rol in wil spelen is geen vreemde keuze.

Tot slot is er de gezondheidszorg, waar Paessler veel ontwikkelingen in ziet. In de zorg moet alles sneller, goedkoper en efficiënter. Innovatie speelt hierin een steeds grotere rol. Als verpleegsters en dokters bijvoorbeeld op een handheld-apparaat direct bij de patiënt aantekeningen kunnen maken, dan scheelt dat aanzienlijk in tijd. Ook alle medische apparatuur die vandaag de dag gebruikt wordt, is steeds slimmer. Vaak is deze apparatuur al verbonden aan het internet en voorzien van sensoren. Deze specifieke sensoren, zoals Dicom en HL7, worden ook ondersteund door PRTG. Hierdoor kan de tool ook zien of het apparaat goed werkt en hoe vaak het gebruikt wordt. Medische scanners of analyse apparatuur moeten altijd beschikbaar zijn. Indien niet beschikbaar, dan kunnen patiënten niet worden geholpen. Door deze sensoren uit te lezen, te monitoren en te analyseren kan op tijd onderhoud worden gepleegd en kan de beschikbaarheid van de apparatuur worden verbeterd. Daar wil Paessler zich op focussen.

Daarna komen er ongetwijfeld meer sectoren. Voor nu wil Paessler de markt vooral vergroten. We merkten tijdens het interview dat er nu wordt gekozen voor een aantal gebieden, maar dat het bedrijf zeker ambitie heeft om in meer sectoren actief te worden. Zo zien ze smart cities ook als een geweldige kans. Er zijn zelfs al stappen gezet in deze markt, door de temperatuur en luchtkwaliteit in Singapore te meten en te monitoren. Toen we Ravestein hierover spraken noemde hij dit echter niet als focusgebied. In de tussentijd hebben we vernomen dat Paessler in België druk bezig is met een smart city-project. De drang naar monitoring in meer sectoren is er dus zeker.