10min

Nutanix heeft een lange weg afgelegd. Nu staat er een softwareplatform dat je overal kan uitrollen, op elk moment kan aanpassen en indien nodig verplaatsen naar de locatie waar jij het nodig hebt. Of waar het voor jou optimaal werkt, vanwege prestaties of simpelweg qua kosten. On premises, in de cloud, een combinatie (hybrid cloud) of in meerdere clouds (multi-cloud).

In dit artikel nemen we je mee naar wat Nutanix geworden is anno 2020. Want wat Nutanix precies is, is over de jaren heen wat veranderd. Daarom is het goed om de tijd, juni 2020, ook even te benoemen. Nutanix zal in de toekomst mogelijk nog verder transformeren, waarbij wij ons best zullen doen dit artikel zo up-to-date mogelijk te houden.

Hyper-Converged Infrastructure

In de basis is Nutanix een zogenaamd Hyper-Converged Infrastructure (HCI)-oplossing. Een softwareplatform of cluster dat draait bovenop allerlei individuele servers (nodes) die middels dit softwareplatform aan elkaar zijn geknoopt. Alle processoren, werkgeheugen, harde schijven (opslag) en netwerkinterfaces, worden gebundeld in één cluster waar je virtual machines op kan draaien. Het krachtige aan het platform is de manier waarop alle applicaties en workloads worden verdeeld over de hardware, om de prestaties zoveel mogelijk te optimaliseren. Ook is er een stukje redundantie ingebouwd door data te verdelen over meerdere servers. Zodra een van de nodes uitvalt, komt de beschikbaarheid van het platform en de applicaties niet in het geding.

Een cluster kan continu worden uitgebreid met nieuwe nodes. Nieuwe servers kunnen eenvoudig worden toegevoegd of verwijderd van een cluster. Hierdoor kan Nutanix-infrastructuur ook echt meegroeien met het bedrijf. Uiteindelijk is dit niet uniek, want dit is de basis van een Hyper-Converged Infrastructure. Deze basis heeft Nutanix al enkele jaren goed voor elkaar. De afgelopen jaren is vooral gewerkt aan het verbreden van het platform.

Nutanix is nu een echt softwarebedrijf

Hoewel Nutanix nu een echt softwarebedrijf is, is dat niet altijd zo geweest. Het begon ooit met een eigen hardware appliance waarop de Nutanix-software draaide. Door meerdere Nutanix-appliances (nodes) te kopen kon je een eigen Hyper-Converged Infrastructure bouwen. Inmiddels is het bedrijf zo groot dat ze de hardware niet meer zelf hoeven te ontwikkelen en leveren. Ze hebben nu hardware gecertificeerd van alle grote hardware fabrikanten. Bij Cisco, Dell, Fujitsu, HPE, Huawei, Lenovo en enkele andere partijen kan je nu Nutanix certified servers kopen. Ook kan de hardware van verschillende leveranciers worden gecombineerd om één groot cluster te bouwen. Vooral voor grote bedrijven is dit interessant. Zij hebben vaak een contract met een hardwareleverancier met een vaste korting en SLA-afspraken. Ze kunnen nu binnen dit contract ook Nutanix-hardware krijgen.

Uiteindelijk doet nu iedere partij waar zij goed in is. Nutanix ontwikkelt het softwareplatform, maar is uiteindelijk geen hardwarebedrijf. Voor hardwarestoringen kan een bedrijf terecht bij zijn leverancier en in het geval van softwareproblemen bij Nutanix.

Nutanix ontleden, de public cloud private of de private cloud public?

Als we het Nutanix platform ontleden dan zien we dat het cluster dat bovenop alle nodes draait is voorzien van een traditionele hypervisor. Deze is door Nutanix zelf ontwikkeld en draagt de naam Acropolis Hypervisor, vaak afgekort als AHV. Verder wordt het cluster centraal aangestuurd vanuit één single pane of glass, met de naam Prism. Door Prism krijgt het cluster de karakteristieken van een public cloud, alles kan namelijk vanuit één console of via API’s worden geconfigureerd en aangestuurd.

Tot iets meer dan een jaar geleden was Nutanix vooral een on premise-oplossing, met de karakteristieken van de cloud. Toen we in 2019 met de oprichter van Nutanix spraken, Dheeraj Pandey, liet hij al weten dat ondersteuning voor de public cloud niet lang meer op zich zou laten wachten. Inmiddels is het zover en zijn de lijnen tussen de public cloud, private cloud en on premises omgeving min of meer verdwenen.

Je kan een Nutanix cluster nu realiseren waar jij dat wil. Het kan on premise, in een Nutanix datacenter of in de public cloud van AWS, Azure of Google Cloud. Of in een combinatie van een van eerdergenoemde. Vanuit Nutanix Prism is er in principe geen verschil, het cluster wordt alsmaar groter en het maakt niet uit waar de omgeving precies draait. Vandaar de vermenging van public cloud, private cloud en on premises.

De cloud kent verschillende smaken

Voor klanten die naar de cloud willen met Nutanix zijn er zoals eerder genoemd meerdere mogelijkheden, maar binnen die mogelijkheden ook weer verschillende smaken. Zo kan een klant kiezen voor de Nutanix-cloud. In Europa heeft Nutanix een datacenter in Frankfurt en Londen, van waaruit het Nutanix-omgevingen aanbiedt. Met één druk op de knop kan je een bestaande on premise-omgeving uitbreiden of ter bescherming tegen een calamiteit, repliceren naar de Nutanix-cloud.

Voor Amazon Web Services (AWS) geldt eigenlijk hetzelfde. Nutanix heeft de hardware van AWS gecertificeerd zodat het direct op de bare metal servers van AWS kan draaien met zijn eigen hypervisor. Daardoor kunnen de flexibiliteit en het cluster eenvoudig worden uitgebreid naar AWS. Ook hier kan je met één druk op de knop je cluster uitbreiden naar AWS. Dit kan naar een multi-tenant Nutanix-omgeving die door Nutanix wordt beheerd, of je eigen complete Nutanix-omgeving in je eigen klantaccount.

Nutanix in public cloud op andere hypervisor

Als je al klant bent bij AWS, Azure of Google Cloud, dan kan je die omgeving koppelen in Prism. Zo wordt het mogelijk om je Nutanix-omgeving uit te breiden naar de public cloud. Zoals daarnet vermeld werkt dit in AWS erg eenvoudig, omdat de hardware van AWS is gecertifieerd.

Voor Google Cloud en Microsoft Azure is het helaas wat lastiger. Op deze platformen heeft Nutanix minder vrijheid en moet het werken met de hypervisors van Google en Microsoft. Dit zorgt ervoor dat je wel een Nutanix omgeving kan optuigen in die clouds, maar zonder de Nutanix Acropolis Hypervisor. Dit heeft als nadeel dat wanneer je een VM van on premises naar bijvoorbeeld Microsoft Azure wil migreren, je de VM eerst moet converteren naar een Hyper-V formaat. Dat wordt door Nutanix weliswaar ondersteund en is ook geen probleem, behalve als het gaat om disaster recovery doeleinden waarbij je zo snel mogelijk een VM moet verplaatsen en opspinnen. Dan wil je direct kunnen schakelen, dan is AWS op dit moment net even geschikter.

Alles in de cloud, is dat verstandig?

Veel bedrijven in het middensegment die mogelijk in rap tempo afscheid nemen van hun legacy zullen denken: waarom niet gewoon alles in de cloud? We hebben uiteraard even bij Nutanix geïnformeerd of dat verstandig is. Zij lieten weten dat dit inderdaad tot de mogelijkheden behoort, veel kleinere ondernemingen hebben de on premises-stap overgeslagen en zijn direct volledig de cloud in gegaan. De ervaring leert echter dat ze daar na een paar maanden op terugkomen.

In vrijwel alle gevallen is het namelijk goedkoper om te kiezen voor een hybrid cloud-strategie. De visie van Nutanix is ook dat we naar een hybrid cloud wereld gaan. Het hebben van een eigen datacenter of het huren van datacentercapaciteit met eigen hardware is simpelweg goedkoper. Zeker nu alle hardwarefabrikanten inmiddels ook pay as go-modellen zoals de cloud hebben ontwikkeld voor hun fysieke servers.

In sommige industrieën heb je echter te maken met piekbelastingen. Een groot administratiesysteem heeft meer compute nodig aan het einde van de maand dan het begin van de maand. De retail heeft het drukker rond de feestdagen dan in januari en februari en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Voor dat soort scenario’s is de cloud zeer geschikt. Die piekbelastingen kunnen prima met een hybrid cloud-model worden opgevangen.

Tip: Waarom is hybrid cloud populair in enterprise IT?

Ook is de public cloud zeer geschikt voor disaster recovery. Je kan workloads continu synchroniseren naar de cloud, waarbij ze in de cloud niet actief zijn. Je betaalt dan effectief alleen voor de dataopslag. Als er een storing ontstaat kunnen de VM’s snel worden ingeschakeld en pas dan gaat het echt geld kosten.

Het kan natuurlijk ook zijn dat de cloud juist meerwaarde toevoegt, omdat je een bepaalde dienst moet leveren aan de andere kant van de wereld of de dienst wereldwijd actief is en overal snel toegankelijk moet zijn. Dit terwijl de ontwikkeling en afwikkeling van de dienst gewoon lokaal gebeurt. Je kan dan een gedeelte in de cloud zetten en een gedeelte on premises.

Waar je snel tegenaan loopt: wat zet ik on premises, wat zet ik in de cloud, maar vooral ook in welke cloud en onder welke voorwaarden?

Nutanix Beam adviseert je welke workloads je waar moet draaien

Naast het infrastructuurstuk heeft Nutanix een aantal SaaS-oplossingen ontwikkeld die het leven van klanten makkelijker moet maken. Beam is zo’n dienst. Met Beam kan je je hele infrastructuur inzichtelijk maken vanuit een kostenperspectief. Beam analyseert alle workloads in je cluster: hoeveel compute, memory en dataverkeer gebruiken ze en hoe lopen de datastromen. Ook kijkt het hoe je infrastructuur eruit ziet, of je on premises draait of in de cloud.

Op basis daarvan kan het heel precies adviseren of je infrastructuur goed is ingericht, of dat het verstandig is om een bepaalde workload te verplaatsen naar on premises of wellicht naar een andere cloudprovider vanwege kosten, prestaties of Security en Compliance aspecten. Beam weet wat de kosten zijn van alle cloudcomponenten. Zeker het egress-stuk kan daarbij de doorslaggevende factor zijn. Egress-kosten maak je zodra je data verplaatst vanuit de cloud naar elders op het internet. Je betaalt ze per GB. Als je heel veel data verplaatst uit de cloud, kunnen die kosten razendsnel oplopen. Dat wil je ten allen tijden voorkomen.

Als je als bedrijf een nieuwe applicatie of dienst gaat uitrollen is het dan ook verstandig om eerst een goede business case te maken, waarbij je alle factoren hebt meegenomen, voordat je ervoor kiest het blind uit te rollen in een cloudomgeving. Dan kan je vaak beter eerst on premises draaien, zodat Beam het kan analyseren en pas dan besluiten waar je het precies gaat wegzetten. On premises is namelijk vrijwel altijd de goedkoopste optie.

Naast het simpelweg adviseren op kosten en workload kan je als bedrijf ook bij Beam aangeven dat je bepaalde security of compliance eisen hebt, of dat je bepaalde infrastructuurspecificaties hebt waaraan je moet voldoen. Die kunnen dan worden meegenomen in het advies.

Tot slot kan het gedrag of het verbruik van applicaties veranderen. Ook de eisen waaraan de infrastructuur moet voldoen kunnen strenger worden, cloudproviders kunnen hun prijzen verhogen of verlagen. Op al deze situaties zal Beam reageren. Het kan dus zijn dat je na drie maanden ineens een ander advies krijgt dan je vandaag krijgt.

Kosten

Het prijskaartje van een Hyper-Converged Infrastructure is op het eerste oog niet mals. Dat geldt eigenlijk voor alle aanbieders in dit segment. Wat belangrijk is bij een business case en een analyse of een HCI geschikt is voor het project of de infrastructuur van jouw bedrijf, is dat je alle componenten meeneemt. Er worden nog te vaak appels met peren vergeleken. Als je een HCI-oplossing namelijk één op één gaat vergelijken met de kosten van het aanschaffen van een serverpark, dan is een HCI altijd veel duurder. Uiteindelijk is de fysieke hardware maar 30 procent van de kosten bij het runnen van een datacenter. De andere kosten zitten in het operationele gedeelte, de hoeveelheid rackspace, koeling, stroom en tot slot mensen. Mensen die het beheer moeten doen van dat serverpark.

Nutanix ontzorgt ook voor een groot gedeelte met zijn HCI. Het beheer gebeurt vanuit één single pane of glass, waarbij veel zaken zijn geautomatiseerd of versimpeld tot een druk op de knop. Hierdoor is er veel minder tijd nodig om de infrastructuur te beheren. Daarnaast heb je met een HCI ook nog eens minder hardware nodig dan wanneer je alles op losse servers zou draaien. De kosten voor koeling, stroom en rack zullen daardoor ook dalen. Puur ijzer vergelijken is dus niet verstandig. Daarnaast zijn er, zeker in Europese landen met een grote MKB-markt, nog meer schaalvoordleen te halen via managed service providers en shared service centers.

Multi-tenancy voor managed service providers en shared service centers

Voor de gemiddelde enterprise organisatie is het geen enkel probleem om een eigen Nutanix-infrastructuur aan te schaffen en op te tuigen. Daar spelen kosten uiteindelijk een minder grote rol dan in het MKB of bij non profit-organisaties. Nutanix heeft net als veel andere leveranciers een groot netwerk managed service providers die als het ware als reseller Nutanix aanbieden.

Doordat Nutanix een multi-tenant product is, kunnen op één infrastructuur meerdere klanten volledig gescheiden van elkaar hun workloads en applicaties draaien. De multi-tenancy is tot in de core van het product gescheiden. De interne netwerken zijn ook volledig gescheiden door middel van micro-segmentatie, zodat klant a nooit (intern) toegang kan hebben tot de data van klant b. Dit maakt het mogelijk voor managed service providers om grote Nutanix-omgevingen op te tuigen in hun eigen datacenters en die door te verkopen aan klanten in het MKB. Ook dan is het nog steeds mogelijk om een cluster weer uit te breiden naar de public cloud. Uiteindelijk doet die managed service providers hetzelfde als wat Nutanix doet met de eigen datacenters, maar dan op een nog kleinere schaal.

Tip: Hoe bedrijven in de multicloud succesvol kunnen zijn

Nutanix ziet ook dat veel organisaties met shared service centra hun voordeel doen met de multi-tentant ondersteuning. Zo zijn er bijvoorbeeld gemeenten die onderling samenwerken en de applicaties en workloads van meerdere gemeenten of zorginstellingen op één infrastructuur draaien. Door de multi-tenant ondersteuning blijven de applicaties en data strikt gescheiden, maar kunnen ze door gezamenlijk inkoop wel voordelen behalen.

Conclusie

Nutanix is een relatief nieuwe speler voor veel organisaties, maar het heeft als een van de weinige het voor elkaar gekregen om met een werkbare en betaalbare hybrid- en multicloud-oplossing te komen. Een aantal jaar geleden werd er nog geroepen dat alles cloud-only zou worden, inmiddels is duidelijk dat dit vanuit een kostenperspectief een utopie zal zijn. Hybrid cloud lijkt vooralsnog de toekomst te hebben en het aantal spelers dat daarin actief is, is op één hand te tellen. Daarnaast heeft Nutanix een werkend product en een rijk klantportfolio, waar andere vooralsnog vooral praten over hybrid- en multicloud en het binnenhalen van klanten nog moet beginnen.

Nutanix is er nog zeker niet. Het zal zich nog zeker moeten bewijzen en opboksen tegen spelers als Google, Red Hat, VMware en vele andere. Het is niet eenvoudig, maar ook niet onmogelijk. Dat heeft het bedrijf de afgelopen jaren zeker bewezen met inmiddels meer dan 16.000 klanten wereldwijd.