3min

Volgens Peter Wennink, CEO van chipmachinefabrikant ASML, dreigt Nederland en met uitbreiding heel Europa achterop te geraken op technologisch vlak. Dat kan nog keren onder impuls van de overheid, maar voorlopig dreigt dat te mislukken door een gebrek aan visie.

Peter Wennink, bestuursvoorzitter van ASML, sprak gisteren op de opening van het academisch jaar voor de studenten van TU Eindhoven. In zijn speech uitte hij zorgen over het verdienvermogen van Nederland en de rest van Europa. Door een gebrek aan visie en samenleving vol ‘zelfgenoegzaamheid’ vreest hij dat Nederland en Europa binnenkort niets meer te bieden hebben op wereldvlak.

In het actualiteitenprogramma Nieuwsuur was Wennink gisteren nog te gast om de bezorgdheden verder toe te lichten. “Er moet wederzijdse afhankelijkheid worden gecreëerd. Als je te afhankelijk wordt van de innovaties van anderen, en die creëren de waarde waarmee ze hun samenleving financieren, dan kom je in een positie waarin je niets te onderhandelen hebt. Daar moeten we ontzettend voor oppassen want die grote transities die momenteel aan de gang zijn, die hebben grote innovaties nodig.”

Duidelijke visie buiten Europa maakt Azië koploper

Wennink hekelt een gebrek aan visie bij de Nederlanse overheid en de Europese voorzitters om deze grote transities ook zelf te omarmen. Volgens de topman is dat in Aziatische democratieën en China duidelijk aanwezig, waardoor innovaties elkaar daar snel opvolgen en wij achterop hinken. Binnen Europa zou er meer genoegen zijn met producten zoals ze nu zijn en vinden we innovatie al snel overbodig, aldus de CEO.

Producten en de wereld veranderen alleen en daar moeten we in mee. Om onszelf terug relevant te maken op wereldniveau, moeten alle losse oplossingen waarover we momenteel beschikken worden samengebracht: “We moeten datgene waar we nog steeds heel goed in zijn, dat zijn topuniversiteiten, bedrijven die nog tot de wereldtop behoren en de overheid samenbrengen.”

“De overheid moet als faciliterend orgaan het bedrijfsleven en de universiteiten samenbrengen.” Maar hij wil zeker niet de vinger alleen naar de overheid wijzen, want volgens Wennink kunnen ook bedrijven en universiteiten veel meer ondernemen om de onderhanelingen op de juiste weg te zetten. “Dat betekent dat een bedrijf ook moet investeren, als je binnen je bedrijf een tekort aan talenten hebt, dan zal je daar zelf ook in moeten investeren.”

Handelsverbod met China

Hij ging tot slot ook dieper in op het handelsverbod dat onder impuls van Amerika werd opgelegd aan ASML, maar voorlopig nog uitstel heeft gekregen tot begin 2024. De exportmaatregelen worden genomen vanuit het standpunt van nationale veiligheid. Zo proberen overheden te voorkomen dat onze belangrijkste technologieën worden misbruikt voor militaire doeleinden. Om dezelfde reden opperde het kabinet trouwens eerder al om Chinese studenten te weren uit het IT-onderwijs.

Volgens de topman raken de restricties het handelsvermogen van de chipmachinefabrikant niet. “China heeft de meest geavanceerde technologische chips eigenlijk niet nodig. Ze zetten voornamelijk in op elektrische voertuigen en daarvoor hebben ze toegang tot volwassen chips nodig en dat kunnen wij nog steeds exporteren. Het grootste deel van onze China-business is eigenlijk helemaal niet geraakt.”

Innovaties uitlokken

Volgens de topman zit er wel een keerzijde aan de restricties en lokken deze beperkingen technologische innovaties binnen het land zelf uit. Als er geen chips vanuit de rest van de wereld beschikbaar zijn, proberen ze het kunstje af te kijken. Daar lijkt het eerste bewijs al van bekend. De Huawei Mate 60 Pro wordt namelijk aangestuurd door de meest geavanceerde chip die al door een Chinese fabrikant werd ontwikkeld.

Lees ook: Chinese chips zijn steeds beter: geavanceerde processor in Huawei Mate 60 Pro

“Als je tegen de Chinezen zegt: ‘Dit mogen jullie niet’ en ze hebben 1,4 miljard Chinezen waaronder een heleboel heel slimme Chinezen, dan komen ze met oplossingen waar wij nog niet aan gedacht hebben. Je dwingt ze eigenlijk om innovatief te worden en dat zullen ze ook doen.”

Dat zet een grote druk op het verdienvermogen van Nederland en Europa in het komende decennia. Als we innovaties in China uitlokken en zelf door een gebrek aan visie niet innoveren, wat hebben wij dan het komende decennia nog op tafel te leggen tijdens onderhandelingen?