5min

Onderzoek in opdracht van Google bevat onheilspellend nieuws voor Nederland. Een goede AI-uitgangspositie biedt geen garanties voor de toekomst. De gehele Europese Unie dreigt daarnaast in 2030 haar AI-doelstellingen niet te bereiken.

Google schakelde voor het onderzoek het Deense Implement Consulting Group in. Nederland wordt in de analyse veelal vergeleken met nabije Europese staten, waaronder België, Ierland en Scandinavische landen. Daaruit blijkt al gauw dat Nederland op veel fronten uitstekend in positie is om van AI te profiteren. Martijn Bertisen, Vice President van Google Nederland, stelt dat Nederland echter de AI-boot dreigt te missen. “Er zijn te weinig AI-experts, we beginnen achter te lopen op onderzoek en zien beperkte steun voor AI-start-ups. Nederland moet aansturen op een arbeidsmarkt die als vanzelfsprekend met AI kan werken. Google ziet een deel van de oplossing in meer samenwerking tussen de publieke en private sector om zo te investeren in kennis en omscholing.”

Nederland is hoe dan ook “klaar” voor AI volgens de Digital Economy and Society Index (DESI). Dit meet zowel de schaal als de intensiteit van AI-ontwikkeling. Ook wordt de kwaliteit van de bestaande digitale infrastructuur en de economische daadkracht van het land in kwestie meegerekend. Achter Finland en Denemarken is Nederland te vinden, terwijl België zich op de zestiende plaats bevindt.

80 tot 85 miljard in het vizier

Die AI-adoptie is overigens veelzijdig, zoals de onderzoekers onderstrepen. Generatieve AI, de technologie achter alles van chatbots tot beeldgenerators, is slechts één manifestatie van kunstmatige intelligentie. Ook deep learning, dat computers grofweg als mensen kennis laat verwerven, zal prominenter worden in de toekomst. Daarnaast geldt machine learning als AI-kracht die al langer een grote impact heeft. Algoritmen die patronen in data herkennen worden al aanzienlijk benut binnen bedrijven, onder meer door cyberdreigingen vroeg te herkennen en fraude te detecteren.

Onder de streep zou AI voor Nederland 80 tot 85 miljard euro kunnen opleveren. Dit betekent een groei van 9 procent van het bbp de komende tien jaar. In België is de beoogde winst 45 tot 50 miljard euro, maar ook dat resulteert in een bbp-groei van 9 procent. Als Nederland of België vijf jaar wacht met een brede adoptie van GenAI, zakt deze groei in beide gevallen naar 2 procent binnen de komende tien jaar.

Dat financiële succes zou behaald worden door productiviteitswinst dankzij AI, tijdswinst door automatisering en het kunnen richten op andere waardegenererende activiteiten. We vragen ons af of deze drie zaken niet vrij eenvoudig tot één punt kunnen worden samengevat: AI scheelt tijd, dat elders gespendeerd kan worden. Hoe dan ook rekent Implement erop dat de productiviteitswinst verreweg de grootste positieve economische impact zal hebben.

Dat geldt met name voor GenAI, dat inhoud kan genereren die anders een mens zou moeten schrijven en data sneller tot zich kan nemen dan mensen. Implement-onderzoeker Martin Thelle benadrukt dat dat voor Nederland van groot belang is. “Generatieve AI kan voor een boost in productiviteit zorgen, die in Nederland de afgelopen tien jaar aanzienlijk onder het OESO-gemiddelde lag.”

Potentieel overtreft verwachtingen

Er valt dus veel succes te boeken met AI voor Nederland. Slechts een kwart van alle huidige banen blijven gevrijwaard van AI-invloed. Tweederde van alle werkenden gaan op den duur met generatieve AI aan de slag. In theorie zou de arbeidsmarkt geen aardverschuiving mee hoeven maken. ‘Slechts’ 7 procent van de huidige banen worden door AI mogelijk onnodig gemaakt. Dat geldt voor zowel Nederland als België. De onderzoekers voegen daar een positieve noot aan toe: kunstmatige intelligentie zal eveneens leiden tot geheel nieuwe banen. Dit compenseert het banenverlies en zou netto geen economische problemen moeten brengen.

Talent zou er genoeg moeten zijn in Nederland. Wereldwijd is ons land op nummer 8 te vinden, terwijl ook R&D sterke punten zijn (respectievelijk nummer 10 en 13 wereldwijd). Gespecialiseerde AI-oplossingen hebben echter meer publiek-private partnerships nodig om een volwaardig ecosysteem aan kansrijke start-ups te realiseren.

Dat Nederland een kans dreigt mis te lopen, heeft dus niet te maken met een gebrek aan talent. Er is eerder sprake van een tekortkomende realisatie van hoe AI-adoptie positief zou kunnen uitpakken. Slechts 35 procent van de Nederlandse bedrijven zal naar verwachting AI taken laten automatiseren de komende vijf jaar. Dit terwijl men in België (46 procent), Denemarken (58 procent) en Luxemburg (59 procent) een stuk enthousiaster de technologie gaat implementeren.

Het doet denken aan de eerdere resultaten uit Salesforce-onderzoek, dat Nederland al in schril contrast plaatste met het buitenland. Nederlandse IT-managers zijn “nog vrij sceptisch” over succesvolle AI-implementaties, bleek al in januari. Hoe serieus we de geluide noodklok moeten nemen, hangt af van de interpretatie. Is een razendsnelle adoptie van AI nu nodig of dient de technologie zich nog verder te ontwikkelen? Immers is de toenemende complexiteit van digitale systemen nu al een groot probleem. De brede introductie van AI zou dit wellicht alleen maar erger maken.

Meer investeringen nodig, maar nog geen inhaalslag nodig

Het Nederlandse bedrijfsleven moet iets minder sceptisch zijn dan nu, suggereert het onderzoek. Ook bij Techleap, belangenorganisatie voor start-ups en scale-ups van eigen bodem, vindt men de impact van AI niet te onderschatten. Special Envoy Constantijn van Oranje stipt daarbij GenAI specifiek aan: “Generatieve AI is net zo transformatief als het internet 20 jaar geleden. We zullen de impact ervan merken in alle sectoren van de economie en alle geledingen van de samenleving. We kunnen het ons niet permitteren om niet volop te investeren in de ontwikkeling en toepassing van deze technologie, zodat we ervan kunnen profiteren, maar ook enige richting kunnen geven aan en controle kunnen houden op hoe AI zich ontwikkelt.”

Op Europees niveau zou de AI Act hier in ieder geval een begin van moeten zijn, met duidelijke spelregels voor AI-bouwers op het eigen continent en daarbuiten. Echter is er meer nodig dan regelgeving, en is er binnen Nederland ook al gecoördineerde activiteit. Zo is GPT-NL een project om een geheel Nederlands taalmodel te bouwen, een “veilig alternatief van eigen bodem” voor bijvoorbeeld OpenAI- of Google-LLM’s.

Lees ook: AI Act: Europa is blind voor innovatie-problemen van de wet

Uitdagingen in verschillende sectoren

Als we specifiek kijken naar de rol die AI kan spelen in onze samenleving, zijn de resultaten veelzijdig. De technologie kan bijvoorbeeld een grote rol spelen in de gezondheidszorg. In Nederland zien de onderzoekers implementatiekansen binnen deze gehele sector. Men onderstreept de sterke vergrijzing: éénderde van alle huisartsen zou binnen de komende 4 tot 5 jaar met pensioen gaan. Dat vereist een hogere productiviteit van de overgebleven artsen, waarin AI een cruciale rol dient te spelen. Daar wordt momenteel al mee geëxperimenteerd door bellende patiënten te sorteren op de ernst van hun kwalen, maar dat bevindt zich nog in een zeer prille fase.

Tip: Huisartsen gebruiken AI om werkdruk te verlagen

Ondertussen blijkt uit de cijfers voor België een ander nut. Ook daar speelt vergrijzing een rol, maar geldt dit eerder voor de patiënten dan voor zorgmedewerkers. Een overgrote meerderheid in België anticipeert een groeiende rol voor AI in de gezondheidszorg. Aangezien slechts 41 procent in Nederland AI-tools voor het tracken van medische data ondersteunt (in België is dit 51 procent), is er hier een grotere cultuuromslag nodig om kunstmatige intelligentie binnen deze sector draagvlak te geven. Het is een specifiek voorbeeld van een bredere AI-kwestie: wat hebben Nederlandse organisaties nodig om overtuigd te worden van de technologie? Als men daar te veel over treuzelt, gaan er volgens dit onderzoek in ieder geval tientallen miljarden aan onze economie voorbij.