4min

Tags in dit artikel

, ,

Het Europees Parlement heeft ingestemd met aangescherpte duurzaamheidsregels voor accu’s. Als ook de Commissie het eens is met de plannen om batterijen vervangbaar en meer recyclebaar te maken, mogen veel techbedrijven hun borst nat maken. Toch zal deze Europese visie niet zomaar een doorslaand succes worden.

De plannen van Brussel richten zich sterk op de toekomst. Al eerder stond in de EU Battery Directive dat 70 procent van het gewicht van een lithium-ionbatterij uit gerecycled materiaal bestaat. Nu heeft de EU verder uitgestipt aan welke eisen fabrikanten moeten voldoen. Stapsgewijs gaan de verwachtingen omtrent recycle-percentages omhoog. Het gaat hier zowel om de hoeveelheid van recyclebare materialen als de inzet hiervan in nieuwe producten.

Het zijn heldere doelstellingen die op basis van bestaande trends zijn gezet. Dit alles is onlosmakelijk verbonden met Europese plannen om de eigen productie van accu’s op te hogen, zodat men naar verwachting rond 2030 17 procent van de wereldwijde vraag kan leveren.Ìn de concurrentiestrijd met Amerika lijkt het er echter wel op dat er meer investering nodig is om accumakers hierheen te lokken. Toch zorgt de EU er ook voor dat anderen aan het werk gezet worden, met mogelijk drastische ontwerpveranderingen tot gevolg.

Gemakkelijk vervangbaar

Het grote voordeel voor de EU als supranationaal orgaan is dat het grote keuzes kan maken namens consumenten om het gedrag van bedrijven te bepalen. Zo kwam er eerder al een gedwongen overstap naar USB-C als universele oplaadstandaard, ook voor treuzelaar Apple die verknocht is gebleven aan de eigen Lighting-kabels. Nu komt daar ook batterijvervanging bij. De EU eist dat apparatuur met draagbare accu’s ‘gemakkelijk’ vervangbaar moeten kunnen zijn.

Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Het is zo dat telefoons van bijna twee decennia geleden nagenoeg altijd wel een simpel mechanisme hadden om de batterij te vervangen. Met de komst van smartphones is dat steeds minder het geval geworden. Ook apparaten zoals laptops en tablets zijn veelal moeilijk of onmogelijk aan te sleutelen, waardoor ze relatief snel e-waste worden.

Luister ook:

Toch hebben fabrikanten zich maar te voldoen aan de EU-regels. Het is niet helder wat de boetes zijn voor het overtreden van deze vervangingsvereiste. Echter zien we met de fikse geldsommen voor GDPR-overtredingen waar de EU staat als het gaat om consumentenbelangen: wie niet meewerkt, betaalt de hoofdprijs. Het zit er dus niet anders op dan om de toegankelijkheid van accu’s een stuk beter te maken. Wat de EU als acceptabel zal zien, moet zich nog uitwijzen. Wat als alleen een technicus een accu praktisch kan vervangen? Moeten ook AirPod-doosjes en smartwatches eenvoudig een nieuw batterijtje kunnen accepteren? Het mag dan wel een vereiste zijn, maar het is nog even de vraag hoe haalbaar de aanpassing van deze producten is.

Recyclen voor groot en klein

De accu-visie van de EU gaat echter verder dan alleen gebruiksvriendelijkheid. De recycle-doelstellingen zijn een stuk concreter en realistischer. Bijvoorbeeld weet men dat lithium zich moeilijk laat recyclen, waardoor dit materiaal slechts voor 6 procent herbruikt is in 2030 ten opzichte van 16 procent voor kobalt.

Voor zwaardere batterijen gelden nog meer regels. Hieronder vallen accu’s van elektrische voertuigen, die een razendsnelle groei in Europa doormaken. Daarnaast bevatten ze schrikbarend grote hoeveelheden van lithium: vaak 8 kilo per auto. Zo komt er een ‘battery passport‘, dat op digitale basis ‘gedetailleerde informatie geeft over de materiële toeleveringsketen, het gebruik van de accu en de gezondheidsstatus’.

Kapers op de kust

In de discussie rondom vervangbaarheid en recyclebaarheid zou de EU ongetwijfeld graag coöperatie van fabrikanten willen zien. De realiteit is dat de belangen van Europa inherent anders zijn dan die van de producenten van accu’s. Door de toegenomen recycling-standaarden zal de productie afnemen in landen als Zuid-Korea, terwijl de EU zelf juist batterijproductie op het eigen continent wil aanjagen.

Het heeft daarin een lastig pad te bewandelen. Aan de ene kant kan het allerlei vereisten stellen voor producten die op de markt komen. Immers krijgt niets een ‘CE’-label zonder goedkeuring. Waar het wel moeilijk wordt voor Europa, is dat het niet de enige is die met subsidies aankomt om accumakers te lokken. De Amerikanen zijn binnen de Inflation Reduction Act van eind 2022 beland bij tot wel 10 miljard dollar (9,15 miljard euro) per fabriek. Nu is het aan de EU om daar iets tegenover te zetten. In de VS is er geen equivalent van de EU-duurzaamheidswet omtrent accu’s. Het eindresultaat zou dus zomaar kunnen zijn dat fabrikanten wel de eisen van de EU wat betreft duurzaamheid aannemen, maar het continent links laten liggen als het gaat om werkplekken en productiecapaciteiten.

De plank misslaan?

De accu-visie van de EU gaat uit van gefundeerde standpunten met realistische doelstellingen. Ook is de vervangbaarheid van accu’s een belangrijk component van duurzaamheid. De right-to-repair beweging maakt zich er al jaren hard voor. Waar het lastiger wordt, is hoe de EU dit alles kan verenigen met de ‘strategische autonomie’ waar het zich steeds meer aan vasthoudt. Het zal immers bereid moeten zijn om bakken met geld klaar te zetten aan subsidies voor accufabrikanten.

Deze kwestie kent hierin parallellen met de EU-aanpak als het gaat om AI. Ook daar kon de wens om de technologie te reguleren rekenen op een overweldigende meerderheid. Toch kun je je afvragen of het daarmee niet de concurrentiepositie verzwakt ten opzichte van minder veeleisende staten als de VS. Bij de accu-wetgeving is het tenminste wel zo dat merken Europa niet zomaar zullen willen missen als afzetmarkt. Daardoor kan het in ieder geval een belangrijke aanjager van duurzaamheid binnen deze sector worden.

Lees ook: EU bereidt groene subsidies voor om te concurreren met VS