2min

Ondernemers in de ICT-sector ondervinden belemmering als gevolg van een tekort aan arbeidskrachten. Aan het begin van het derde kwartaal van dit jaar heeft 29,3 procent van de sector Informatie en Communicatie daar last van, wat meer is dan het gemiddelde van 25 procent. Dat stellen het CBS, de Kamer van Koophandel, EIB, MKB-Nederland en VNO-NCW op basis van de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).

Het aantal bedrijven dat melding maakt van een dergelijk tekort groeide de afgelopen periode fors. Begin 2016 werd een tekort aan arbeidskrachten nog door minder dan vijf procent van de bedrijven genoemd als belemmerende factor. Sindsdien is het aantal bedrijven met een personeelstekort onafgebroken gegroeid tot ruim 25 procent in het derde kwartaal van dit jaar. Met 29,3 procent valt het tekort in de ICT-sector dus hoger uit, maar het komt niet in de buurt van de 38,9 procent van de bouwsector.

Eerder vandaag kwam er al een soort van oplossing voorbij in het nieuws. Een ander onderzoek toont namelijk aan dat ruim 180.000 hoogopgeleide IT’ers in Europa in Nederland zouden willen werken. Dat geldt met name voor het Verenigd Koninkrijk en Spanje, waar respectievelijk 34.100 en 28.200 IT’ers geïnteresseerd zijn in een carrière in ons land. Bedrijven zouden hier dus gebruik van kunnen maken.

Vertrouwen

COEN keek ook naar het ondernemersvertrouwen in het algemeen en van de sectoren afzonderlijk. Aan het begin van het derde kwartaal was het gemiddelde 15,0, waarmee de stemmingsindicator voor ondernemend Nederland 0,8 punt hoger ligt dan een kwartaal eerder. Sinds 2014 is de stemming onder de Nederlandse ondernemer onafgebroken positief. Het ondernemersvertrouwen bevindt zich al vanaf begin 2017 rond het huidige hoge niveau.

Het vertrouwen van ondernemers in de ICT is in het derde kwartaal uitgekomen op 24,6, de bouwsector scoort met 32,5 ook hier het hoogst. Daar tegenover staat dat het ondernemersvertrouwen in de delfstoffenwinning en de autohandel- en reparatie negatief is. Deze komen respectievelijk uit op -20,5 en -0,8.