2min

GitHub, Microsoft en OpenAI moeten bij een Amerikaanse rechter hun gebruik van andermans programmeercode verdedigen. De drie partijen wilden af van twee specifieke aantijgingen voordat de zaak daadwerkelijk van start gaat. Zo zullen ze nog moeten verdedigen dat Codex soms code reproduceert dat ‘geleend’ is van anderen. Daarnaast zal de rechtszaak nog bepalen of Copilot en Codex wel genoeg auteursinformatie delen bij het gebruik van code waar een copyright op zit. De rechter wil dat deze claims in de rechtszaal behandeld worden, tot ergernis van de drie partijen.

In november klaagden developers de drie partijen aan voor softwarepiraterij. Begin dit jaar lieten GitHub, moederbedrijf Microsoft en OpenAI weten dat ze het niet eens waren met twee specifieke aantijgingen op dit vlak. Ze wilden dat de rechtszaak hier dus ook niet over ging.

Rondom de inzet van AI-tools zijn aardig wat zorgen omtrent privacy en auteursrecht. AI-modellen zoals GPT-3 en GPT-4 van OpenAI zijn afhankelijk van reusachtige datasets, die veelal open-source code en webcontent bevat.

Beperkt

The Register meldt nu dat rechter Jon Tigar wel iets ziet in de aanklachten. Hij doet de uitspraak ‘with prejudice’, waardoor de verdediging volgens het juridische systeem van de VS niet tegen het besluit in beroep kan gaan. Volgens de rechter waren de klachten van de verdediging niet gedetailleerd genoeg om door te voeren.

Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de uiteindelijke aanklacht eruit gaat zien of wanneer we een rechtszaak mogen verwachten. Het is wel zeker dat de rechtszaak veel op het spel heeft voor Microsoft en co. Als het gebruik van copyright-gebonden code niet legitiem wordt weergegeven in Copilot en Codex, zal dit naar alle waarschijnlijkheid eveneens aangepast moeten worden in een ChatGPT-venster. Daarnaast zullen de politieke zorgen over privacy bij AI en auteursrecht binnen AI-datasets een potentieel afremmend effect hebben op de integratie van kunstmatige intelligentie in commerciële producten, zoals Office 365.