8min

De Verenigde Staten zijn druk bezig hun dominantie in de wereld te verstevigen, door ruzie te maken met andere landen en een handelsoorlog te beginnen door bedrijven, producten en diensten te verbieden. De technologiesector speelt een grote rol in hun poging aan de leiding te blijven. De handelsoorlog richt zich op dit moment vooral op China, maar voor hoelang? Europa zit ertussen en doet vooralsnog niets, maar moet Europa ook niet wat meer ambitie tonen?

De Verenigde Staten zijn sinds de tweede wereldoorlog de machtigste natie op aarde. Op verschillende fronten is dat aan het afbrokkelen en het is duidelijk aan het worden dat het een kwestie van tijd is, totdat andere naties zich kunnen meten aan de VS. Zeker op economisch en technologisch vlak is het duidelijk dat China stappen aan het maken is. China heeft zichzelf ook ten doel gesteld om in 2025 de technologische wereldspeler te zijn. Iets dat de VS koste wat het kost lijkt te willen voorkomen.

Huawei eerste grote slachtoffer

De eerste stap was om de producten van het Chinese Huawei te verbieden. Huawei zou met zijn netwerkapparatuur en smartphones kunnen spioneren voor de Chinese overheid. Ook eisten de Verenigde Staten van bondgenoten in Europa dat zij hetzelfde zouden doen.

Lees ook: Trump maakt Huawei gevaarlijker voor Amerikaanse economie

In Europa is men een stuk kritischer en wil men eerst bewijs zien. Dat bewijs heeft de VS nooit kunnen geven. Wel hebben veel Europese landen het zekere voor het onzekere genomen en mag Huawei geen apparatuur leveren voor de kern van het netwerk, wel voor het overige deel van het netwerk. Tot woede van de Amerikanen.

Dat de Europese bondgenoten niet willen luisteren lijkt tot gevolg te hebben dat het Chinese Huawei nu helemaal kapot moet. Het is nu verboden voor alle Amerikaanse bedrijven of bedrijven die Amerikaanse technologie gebruiken, om zaken te doen met Huawei. Huawei zit hierdoor serieus in de problemen, want het bedrijf kan veel van zijn producten nu niet door ontwikkelen. Ook raakt het bedrijf veel gerenommeerde leveranciers kwijt die het niet zomaar kan vervangen. Zo kan Huawei eigenlijk niet meer aan hoogwaardige chips komen, waar uiteindelijk alle producten gebruik van maken.

Meer informatie: Om China’s werelddominantie te stoppen, moet Huawei kapot

TikTok is slachtoffer nummer 2

Het populaire sociale netwerk TikTok, waarmee gebruikers korte filmpjes maken en delen, is het volgende slachtoffer. Wederom wordt het spionage argument gebruikt. TikTok zou gegevens van gebruikers kunnen doorsluizen naar de Chinese overheid. De Amerikaanse inlichtingendienst, CIA, heeft aangegeven dat het hier geen bewijs voor heeft gevonden. Toch roepen de Amerikanen dat het wel mogelijk is. Er is namelijk een wetsartikel in China waarin staat dat bedrijven data moeten overdragen als de Chinese autoriteiten daarom vragen. TikTok wordt daarom verboden, tenzij ze het bedrijf verkopen aan een Amerikaanse partij.

De VS beschuldigt China van iets dat ze zelf doen

Wat de Amerikanen echter keer op keer vergeten, is dat ze zelf een identiek wetsartikel hebben. Ook de Amerikaanse overheid kan data opvragen bij alle bedrijven die gevestigd zijn in de Verenigde Staten. Ook als die data overzees is opgeslagen. De Amerikanen kunnen dit doen zonder tussenkomst van een rechter en de bedrijven in kwestie moeten dit geheim houden, anders volgen er hoge straffen. Sommige techgiganten verzetten zich hier tegen, het is dan ook onduidelijk hoe vaak het voorkomt, maar in de basis zijn de wetten identiek: in het geheim data overdragen aan de inlichtingendiensten van de overheid wanneer hier om wordt gevraagd.

Wanneer gaat Europa wat doen?

Europa doet vooralsnog niks. Het staat erbij en kijkt er naar. In Europa praten ze over belastingen heffen op techbedrijven, of het mogelijk gedwongen opsplitsen van Amerikaanse techgiganten. Iets waar ze vervolgens weer ruzie over krijgen met de Amerikanen die dan dreigen de Franse wijnen of Duitse auto’s extra te belasten. Straks zijn ongetwijfeld de Nederlandse kaas en tulpen aan de beurt. Het echte probleem komt nog maar mondjesmaat ter sprake; de technologische macht van de VS en mogelijk ook China.

Europa zal moeten streven naar een soort technologische balans, net zoals er al jaren een soort economische balans is tussen de VS, Europa en China. Als ze elkaar allemaal nodig hebben, zijn ze gedwongen om samen te blijven werken. Zodra alle technologie straks voor 99 procent uit één land komt, heb je een disbalans en dat is vragen om problemen. Zeker nu de Verenigde Staten de laatste jaren steeds protectionistischer worden en dus zelfs de macht heeft om bedrijven als Huawei en TikTok naar de afgrond te brengen. Wat weer in het voordeel is van Amerikaanse techbedrijven.

Europa

Europa heeft geen techindustrie

In deze technologische werelddominantie heeft Europa op dit moment nog maar heel weinig te vertellen. De meeste technologie komt uit de Verenigde Staten, gevolgd door China, Zuid-Korea, Japan en dan pas Europa. Europa doet veel te weinig om een eigen technologisch ecosysteem op te bouwen.

Als we kijken naar de top tien spelers in de Europese techindustrie, dan komen we op het volgende lijstje:

  1. SAP (168,22 miljard euro)
  2. ASML (133,67 miljard euro)
  3. Adyen (42,9 miljard euro)
  4. Dassault systemes (40,30 miljard euro)
  5. Spotify (39,33 miljard euro)
  6. NXP (29,35 euro miljard euro)
  7. Delivery Hero (19,41 miljard euro)
  8. Zalando (16,98 miljard euro)
  9. Just Eat Takeaway 14,35 miljard euro)
  10. Logitech (10,56 miljard euro)

De top 10 is hiermee goed voor een waarde van 515,07 miljard euro. Kijken we dan naar de Amerikaanse techsector, dan zien we dat Apple al 1622 miljard euro waard is, daar gaat de hele Europese top 10 dus al drie keer in. Ook Amazon en Microsoft zijn individueel drie keer groter dan de Europese topspelers samen. Google is twee keer zo groot, maar groeit waarschijnlijk harder dan de Europese top 10. Dan volgen nog bedrijven als Facebook, Intel, Cisco, Oracle, Adobe, Salesforce, Nvidia, Netflix en Qualcomm om de top 10 in de VS compleet te maken. Alle deze bedrijven zijn stuk voor stuk meer dan 100 miljard euro waard.

Ook in Zuid-Korea en Japan hebben ze het beter voor elkaar dan in Europa. Daar wordt fors geïnvesteerd in de techindustrie, is de overheid heel beschermend ten opzichten van overnames door buitenlandse spelers. Er moet op Europees vlak wat meer gebeuren wil Europa zich in de toekomst kunnen meten met de VS en China.

Bij de conceptbegroting bijvoorbeeld van de EU. Voor de komende zeven jaar ligt de focus wederom op traditionele sectoren zoals landbouw in plaats van dat er serieus wordt geïnvesteerd in innovatie en technologie. In Europa houden ze vooral vast aan traditionele investeringen, maar enige toekomstvisie is niet te bespeuren.

Wat kan Europa doen om zijn positie te verbeteren?

Europa kan een aantal stappen zetten om de positie in de techwereld te verbeteren. Die lopen zeer uiteen en hebben uiteindelijk allemaal een prijskaartje.

Betere fiscale voorwaarden

Om te beginnen zal het betere fiscale voorwaarden moeten scheppen voor startups, zodat ze beter in staat zijn te groeien in Europa. Wat in Europa een veel gehoorde klacht is, is dat de belastingsystemen de startups juist tegenwerken, terwijl ze in de Verenigde Staten alle vrijheid krijgen.

Hierdoor komt het vaak voor dat startups een kantoor openen in de VS om activiteiten te verplaatsen, omdat het simpelweg goedkoper is en ze meer kansen maken bij externe investeerders. Financiële experts zullen dus een ondernemersklimaat en belastingstelsel moeten creëren dat beter werkt voor startups.

Hetzelfde geldt voor de grote investeerders. Als startup kan je in de VS simpelweg veel meer geld ophalen om je bedrijf door te ontwikkelen dan in Europa. Ook dat heeft met regelgeving te maken. Daarnaast zou Europa zelf investeringsfondsen kunnen opzetten om te investeren in potentiële startups. Dit kan middels subsidies, maar ook door aandelen te kopen.

Belangrijke technologie vasthouden, minder overnames goedkeuren

Europa zou er goed aan doen om zeer kritisch te kijken naar overnames van Europese bedrijven door bedrijven van buiten Europa. Veel potentiële startups worden nu vaak overgenomen door grote Amerikaanse techbedrijven. Dit komt ook doordat er in Europa te weinig grote spelers zijn die interesse hebben in dit soort startups.

Er zullen uiteindelijk dus ook meer grote techbedrijven in Europa moeten komen. Met alleen SAP gaat Europa het niet redden. Ook zou Europa er goed aan doen om bepaalde bedrijven te verankeren, dat ze niet overgenomen kunnen worden door buitenlandse partijen. SAP bijvoorbeeld, maar ook een bedrijf als ASML en als het nog kan NXP. Laatst genoemde is al half Amerikaans. Zonder ASML kunnen bedrijven wereldwijd geen nieuwe chips meer produceren. Zolang dat bedrijf in Europese handen is, heeft Europa nog iets te vertellen. Ook heeft Europa met Nokia en Ericsson twee belangrijke fabrikanten van mobiele netwerken in handen.

Europese investeringsbank bedrijven laten kopen

Binnen Europa zou een investeringsbank de opdracht kunnen krijgen om cruciale of essentiële technologiebedrijven op te kopen. Daarmee kan Europa zijn eigen techsector verstevigen of zelfs creëren en zorgen dat er bij grote technologische vooruitgang, ook Europese alternatieven ontstaan. Alle grote cloudaanbieders komen nu uit de VS of een enkel geval uit China. Dat is niet meer terug te draaien.

Als we een bedrijf moeten noemen dat Europa zou kunnen kopen, zou je kunnen denken aan ARM. Dit is een van oorsprong Britse chipontwerper die nu in handen is van het Japanse Softbank. De chipontwerpen van ARM worden gebruikt in vrijwel alle mobiele producten als smartphones, tablets en wearables. Daarnaast maakt ARM nu ook een opmars in het datacenter en naar verwachting kan de pc-markt niet achter blijven. Dat zou een zeer strategische aankoop kunnen zijn.

De kans is nu echter groot dat Nvidia, een Amerikaanse chipfabrikant, ARM zal overnemen. Een ander voorbeeld uit het verleden is dat IBM besloot om zijn pc en server-divisie af te stoten. Dat is destijds opgekocht door Lenovo, een van oorsprong Chinees bedrijf dat internationaal opereert. Daarnaast zijn er natuurlijk ook genoeg bedrijven die hard op weg zijn om grote multinationals te worden en die op dit moment voor de EU nog betaalbaar zouden kunnen zijn. De vraag is alleen of de EU zo’n stap durft te zetten waarbij de relatie met de VS ongetwijfeld verder onder druk komt te staan.

Protectionisme vs vrijhandel

We snappen dat de genoemde maatregelen tegen de vrijhandel in gaan en protectionistisch zijn. Feit is echter dat de Amerikanen op dit moment precies hetzelfde doen door Chinezen bedrijven de nek om te draaien of ze proberen in handen te krijgen, maar ook door Europese lidstaten onder druk te zetten.

Er zijn overigens ook genoeg Europese lidstaten die op Europees niveau hun eigen industrie voortrekken. Als het nationaal belang voorop kan worden gesteld, dan moet dat op Europees niveau toch ook kunnen? Als Europa niets doet, komt alle cruciale technologie over een aantal jaar uit de Verenigde Staten. De vraag is hoelang dat goed gaat als Europa volledig afhankelijk, daar zou ook weleens een fors prijskaartje aan kunnen hangen.

Waarbij we terugkomen op de vraag of Europa ook moet streven naar technologische werelddominantie. Of in elk geval zorgen dat het kan meespelen in de wereld van technologie? In dit tempo blijft er helaas heel weinig Europese technologie over.