4min

Deze week won Epic Games een rechtzaak tegen Google. Een Amerikaanse jury oordeelde dat de Google Play Store-monopolie Epic geschaad had. Het besluit kan een grote impact hebben op het Android-ecosysteem, terwijl Apple’s dominantie over de App Store wederom onder een vergrootglas ligt. Zullen zowel Google als Apple hun appwinkels open moeten gooien?

Het begon allemaal met Fortnite, het immens populaire multiplayerspel van Epic Games dat op allerlei platformen beschikbaar is. De gamesontwikkelaar biedt binnen dat spel zogeheten V-Bucks aan, een munteenheid voor virtuele aankopen van talloze items om je in-game karakter anders eruit te laten zien. Aanvankelijk koos Epic ervoor om dergelijke transacties ‘braaf’ via de ecosystemen van Google en Apple te laten lopen. Wie V-Bucks kocht, deed dit in de vorm van respectievelijk een Play Store- of App Store-aankoop. Voor elke betaling rekenen beide partijen forse tegoeden, die door velen ofwel de “Google tax” of “Apple tax” genoemd worden. De percentages verschillen, maar beide partijen snoepen doorgaans 30 procent af van het bij de consument geïnde bedrag. Deze praktijk spoorde Epic aan om deze gang van zaken te omzeilen, waarna Fortnite summier van beide appwinkels gegooid werd. Direct daarna volgden twee rechtzaken.

Epic verloor haar rechtzaak tegen Apple in september 2021, maar won deze week van Google. Het grote verschil: in het eerste geval velde de rechter een oordeel, deze keer was het een jury die de doorslag gaf.

Wat nu?

Het laatste woord is nog niet gerept over beide zaken. Terwijl zowel Epic als Apple gestapt zijn naar het Amerikaanse Hooggerechtshof, zal ook Google in hoger beroep gaan tegen de jury-uitspraak van deze week. Wel galmt de jubelstemming bij Epic-CEO Tim Sweeney door zijn X-tijdlijn. De vraag is echter: wat nu?

Het werk aan een oplossing voor de monopolistische houding van Google begint in februari 2024, hoewel een uitspraak na een hoger beroep van Google pas medio 2025 verwacht wordt volgens analisten die Reuters raadpleegde. Kortom: echte verandering zal niet over één nacht ijs gaan. Wel stellen meerdere juridische specialisten tegenover GamesBeat dat het besluit een significante impact zal hebben, met name voor Google. Omdat dat bedrijf binnen het Android-ecosysteem aparte deals heeft moeten sluiten met smartphonemakers en appmakers, is een anticompetitieve houding goed te traceren en te beargumenteren. Ook is er nu een precedent gezet, stelt juridisch expert Matt Stoller, waardoor de gewoonlijk voorzichtige rechters in Amerika zich voortaan eenvoudiger tegen Google uit kunnen spreken.

Wat Google betreft is het besluit dus een eerste signaal dat het zal moeten vrezen voor de eigen dominantie over het Android-ecosysteem. Het trachtte met speciale deals alle rechtzaken te laten ontsporen, maar wist dat niet bij Epic te bewerkstelligen. Het verhaal omtrent Apple lijkt hoe dan ook een stuk complexer. Allereerst won dat bedrijf de rechtzaak opgezet door Epic Games. Ook is het naast appwinkelhouder ook de enige hardwareproducent binnen een eigen ‘walled garden’. Dat betekent dat het nooit deals zoals die van Google hoefde af te sluiten.

Wat betekent een open appwinkel?

Stoller stelde tegenover GamesBeat dat het jury-besluit het “begin van het opbreken van Google”. Zo is het volgens hem mogelijk dat de verplichting voor apps om zowel de Play Store als Google Play-betalingen te gebruiken, kan verdwijnen. Michael Pachter, analist bij Wedbush Securities, stelt dat Apple ook zou moeten verliezen in hoger beroep. Dit alles klinkt alsof er grote veranderingen op komst zijn. Hoe dan ook is de dynamiek rondom de machtsposities van Apple en Google anders dan bijvoorbeeld bij overnames van techbedrijven. Mededingingsautoriteiten hebben meermaals blokkades opgeworpen tegen bijvoorbeeld Broadcoms overname van VMware en Microsofts deal om Activision-Blizzard in te lijven. Uiteindelijk werden deze allemaal over de streep getrokken met vrij kleine concessies.

In het geval van Apple en Google betreft het een machtspositie die al bestaat, waarbij het de vraag is of en hoe er actie nodig is om deze in te perken. Hoe dan ook bestaat er al regelgeving die een invloed zal hebben op de positie van de twee appwinkels. Binnen de Europese Unie heeft de Digital Markets Act (DMA) grote techspelers als zogeheten ‘gatekeepers’ aangewezen die een sleutelrol spelen bij het contact tussen klanten en bedrijven. Concreet houdt dit in dat Alphabet (Google), Amazon, Apple, ByteDance, Meta en Microsoft hun platformen niet in kunnen zetten om concurrentie tegen te gaan.

Een belangrijk aspect van de DMA is dat bedrijven op deze platformen contracten kunnen aanbieden die geldig zijn buiten het platform in kwestie. Dit werpt de vraag op of afspraken via externe betaaldiensten daardoor toegestaan moeten worden. Apple beargumenteert al jaren dat het altijd een aanzienlijk percentage van aankopen wel moet opeisen om de prijzige onderhoudskosten van de App Store te kunnen betalen. Dit geldt ook voor de enkele betaalsystemen die het sinds 2022 in Zuid-Korea toestaat: daar int het 26 procent per transactie in plaats van de gebruikelijke 30 procent, indien een ontwikkelaar voor een externe betaalmogelijkheid kiest binnen een app.

Kortom: we zijn nog ver verwijderd van fundamentele verandering. Google krijgt het volgens experts zwaar te verduren en kampt met de lasten van de losse aard van het Android-ecosysteem. Aparte deals kunnen eenvoudiger opgespoord worden als anticompetitief gedrag en afgeschoten worden. Wat Apple betreft zal het rechterlijke besluit zorgwekkend zijn, maar heeft het al jaren alle middelen ingezet om de eigen machtspositie te waarborgen.

Lees ook: Partnership Microsoft en OpenAI trekt aandacht van antitrust-autoriteiten