3min

De prominente AI-onderzoeker Kyunghyun Cho trekt de existentiële angst voor AI in twijfel. De laatste tijd melden verschillende experts dat het tijd is om kunstmatige intelligentie op lange termijn in te perken. Echter vindt Cho dat men eerder aandacht moet besteden aan de gevaren en voordelen van de huidige toepassingen van AI.

VentureBeat interviewde de associate professor aan New York University, die als een wegbereider wordt gezien voor de huidige stand van zaken rondom generatieve AI. Hij zegt teleurgesteld te zijn over het gebrek aan concrete voorstellen over AI-regulering in het hier en nu. Cho constateert dat de onheilspellende retoriek van bijvoorbeeld Google-alumnus Geoffrey Hinton afleidt van de discussies die nu gevoerd zouden moeten worden. Denk aan het opstellen van duidelijke regels omtrent AI-applicaties bij gezondheidszorg of het inperken van AI in militaire toepassingen.

Brief

De laatste tijd hebben we een aantal open brieven voorbij zien komen die de noodklok luiden over AI. Deze waren onder andere ondertekend door mede-oprichter van Apple Steve Wozniak en Twitter- en Tesla-eigenaar Elon Musk. Cho zegt niet gauw zomaar zijn naam te verbinden aan dergelijke initiatieven. Daarnaast vindt hij het jammer dat de media AI-grondleggers als Geoffrey Hinton en Yoshua Bengio tot heroïsche figuren in de wetenschap bombardeert. Met name de ontwikkeling van het gevreesde AGI (Artificial General Intelligence) is volgens Cho het werk van duizenden mensen verspreid over de hele wereld. AGI verwijst naar het idee dat er op den duur een AI-variant bestaat die mensenkennis voorbijstreeft. De alarmistische suggestie die hieraan gepaard gaat, doet veelal denken aan een wereld die door AI geleid wordt. Cho zwakt dit beeld duidelijk af.

Dat de rol van individuen wordt overschat bij dit soort ontwikkelingen, is niet nieuw. Zie het idee dat Steve Jobs nagenoeg eigenhandig zijn personeel tot innovaties als de iMac, iPod en iPhone zou hebben gedreven.

De huidige stand van zaken

Zo komen we terug bij wat Cho aankaart: de huidige stand van zaken omtrent AI. Zoals we al eerder hebben beschreven, zijn politieke instanties regulering aan het optrommelen. Dit verloopt veelal met inspraak van Big Tech-CEO’s zoals Sundar Pichai van Google en Sam Altman van OpenAI. Om deze regelgeving niet compleet uit de bocht te laten gaan, dienen Cho’s woorden als een nuttige instructie. Eerst de problemen en kansen van nu in kaart brengen, zodat we daadwerkelijk voordeel halen uit AI.

Het voeden van angsten over AI leidt eveneens tot een hype rondom de applicatie ervan. Want iets dat zo krachtig is om voor existentieel gevaar te zorgen, kan ook uitermate effectief zijn voor praktische toepassingen met een beetje bezwering. Dit is weer in het voordeel van AI-bedrijven. Het voedt de marktwaarde van partijen als OpenAI, Google en AI-hardwareproducent Nvidia.

Wat dat betreft is er innovatie genoeg. Zo blijkt dat er een meerderheid onder developers is die bezig is met kunstmatige intelligentie. Des te meer reden om je af te vragen hoe strict men de regels moet gaan opstellen. Als we Cho mogen geloven, is het zaak om gebruikelijke kwesties als privacy en security voorop te stellen bij AI-regulering. Dit in plaats van al te groot alarmisme dat op den duur averechts werkt.