7min

Tags in dit artikel

, , , ,

Techzine was aanwezig bij de Zabbix Summit in Riga, Letland. Daar kregen we niet alleen meer te weten over wat het opensource-monitoringplatform Zabbix kan bieden, maar ontdekten we ook de eigen definitie die CEO Alexei Vladishev aan ‘duurzaamheid’ geeft. Daarnaast zagen we parallellen met de ontwikkeling van DeskTime, eveneens een Lets succesverhaal uit de IT-wereld. Welke lessen kunnen andere bedrijven hieruit trekken?

De missie van Zabbix is kraakhelder: als monitoring-tool wil het bedrijven helpen om beter te functioneren. Dat houdt in dat er op één paneel (‘single pane of glass’) te zien is of alle netwerken, servers, clouds, applicaties en andere diensten naar behoren draaien. Zabbix is on-premise en in de cloud te draaien en heeft installaties voor allerlei Linux-distro’s en cloudoplossingen.

Het bedrijf bestaat al sinds 2005 en heeft inmiddels meer dan tien miljoen gebruikers wereldwijd. In het klantenbestand zijn grote namen als Dell en de ruimtevaartorganisatie ESA te vinden. Zabbix-CEO Alexei Vladishev stelt echter dat bedrijven van alle soorten en maten geschikt zijn om de software in te zetten.

Het meest opvallende: er zijn geen licentiekosten verbonden aan het draaien van Zabbix-software. Ook heeft Vladishev geen cent vanuit venture capital aangenomen, terwijl hij stelt dat zijn bedrijf al sinds dag één winstgevend is.

Automatisering uit luiheid

De voornaamste reden dat Zabbix bestaat? “Mijn luiheid”, geeft Vladishev toe. “Ik had een tool nodig om een deel van mijn werk te automatiseren als systeembeheerder.” Om te voorkomen dat hij continu verschillende applicaties handmatig moest blijven controleren, schreef hij een eenvoudig script. Tegenwoordig vertrouwen de meeste bedrijven op IT-infrastructuur waar zij niet direct controle over hebben, meent Vladishev. “Terwijl de kosten van downtime enorm zijn.”

Zabbix zou eenvoudig te installeren zijn en uitgaan van een “simpel maar krachtig patroon” van dataverzameling, data-analyse en data-visualisatie. Wie custom visualities wil maken, kan terecht bij zogeheten widgets. Daarmee valt een geheel bedrijfseigen dashboard te creëren, zodat alles van een fabriekshal tot een PR-kantoor nuttige informatie in een oogopslag te zien krijgt.

Alle bedrijven kunnen dus uit de voeten met het platform, maar hoe verdient men geld? “Ik zou twee groepen van elkaar onderscheiden: Zabbix-gebruikers en Zabbix-klanten. Die klanten zijn bedrijven die ons betalen voor technische ondersteuning.” Vladishev benadrukt dat die tweede groep de grootste is, want enterprise-klanten zouden al het beste doorhebben wat de waarde van monitoring is. Overigens beperkt zich dat niet alleen tot IT-omgevingen, maar ook IoT. Alles van servers, netwerken en clouddiensten tot fabrieksvloeren en industriële apparatuur dus. Eerder dit jaar zagen we bij Splunk bijvoorbeeld hoe men een kippenhok in de gaten kan houden met observability – het is dus een erg breed begrip geworden. Met “Monitor anything” als verkoopretoriek is wel duidelijk wat Zabbix belooft. Op basis van feedback uit de gemeenschap kiest het bedrijf voor meer standaarden om te ondersteunen, waaronder Modbus en OpenTelemetry.

Wat het bedrijf dus verkoopt, zijn abonnementsdiensten voor technische ondersteuning. De opties gaan van Silver naar Global, met incident response-tijden tussen één dag en twee uur afhankelijk van het abonnement. Die abonnement zijn de voornaamste bron van inkomsten. Echter zijn er ook trainingsprogramma’s en consultancy-mogelijkheden. Dat gebeurt niet alleen vanuit Zabbix zelf, maar ook via 250 partners. In Nederland is er bijvoorbeeld Opensource ICT Solutions, dat al meer dan tien jaar Zabbix-ondersteuning biedt. “We willen daarmee zo dichtbij mogelijk bij onze klanten staan”, stelt Vladishev.

Zelfkritiek

Tijdens de keynote van de Zabbix Summit vond er een bijzonder zeldzaam fenomeen plaats als het gaat om dergelijke presentaties: kritiek op de eigen software. “We zijn nog niet goed genoeg in APM [Application Performance Monitoring, red.],” gaf Vladishev toe. Ook is Zabbix volgens hem nog te veel een “read-only”-applicatie, men maakt dus nog te weinig gebruik van interactie met devices. Versie 8.0, een Long Term Support (LTS)-versie, zou dit wel moeten bevatten. Aangezien we anno november 2023 nog bij versie 6.4 zitten, laat die functionaliteit nog even op zich wachten.

Naast deze nederige opstelling was er wel nog ruimte voor wat borstgeklop. Vladishev spreekt over de brede ondersteuning voor menig security-standaard, inclusief ISO 27001-certificatie. Er is een bug bounty-programma sinds twee jaar geleden, dat 16.000 dollar heeft uitgeloofd voor het vinden van kwetsbaarheden. ‘Zabbixers’ (zo noemt men de community-leden) kunnen dus geld verdienen met hun contributies. Wat privacy betreft monitort Zabbix eindgebruikers niet.

De ambities voor het platform zijn groot, maar men benadrukt bij de keynote dat geduld vanuit de community een schone zaak is. Op den duur wil Vladishev ervoor zorgen dat Zabbix centraal kan staan om IT- en OT-infrastructuur te monitoren. Innovatief is men ook. In versie 7.0 zal er functionaliteit verschijnen die een websitebezoeker emuleert, waarmee te controleren is of een actie van een eindgebruiker ook echt tot een verandering in de database leidt.

Écht opensource

Een speerpunt voor Zabbix is dat het opensource is. Andere partijen, zoals Red Hat, hebben ervoor gekozen om de definitie van opensource wel erg breed te trekken. In feite is er met de inperkingen op Red Hat Enterprise Linux inmiddels sprake van ‘source-available’, maar is gratis gebruik van een up-to-date versie daarvan niet meer haalbaar.

Vladishev omschrijft zijn visie als volgt: “Het gaat om de beschikbaarheid van de technologie. Niet alleen bedrijven gebruiken Zabbix, maar ook individuen.” Hij verwijst naar samenwerkingen met universiteiten in onder meer Brazilië en Letland zelf, waardoor studenten de kans krijgen om over allerlei IT-onderwerpen te leren. “Dat is alleen mogelijk met gratis en opensource-software, no strings attached.”

Opensource is een belangrijke reden geweest voor het verspreiden van Zabbix. Dit informeert Vladishevs interessante definitie van ‘duurzaamheid’, dat in West-Europese kringen al gauw verbonden wordt met ecologische doeleinden. “Duurzaamheid betekent voorspelbaarheid. Het is de mogelijkheid om goede keuzes op de lange termijn te maken.” Het allerbelangrijkste is dus om stabiele groei te garanderen, niet een explosie aan groene cijfers op de beurs met behulp van miljoenen euro’s aan investeringen. Het gebrek aan venture capital is volgens Vladishev een belangrijke reden dat Zabbix zoveel vertrouwen wekt bij gebruikers. Het gebrek aan externe financiering beperkt het budget aanzienlijk, maar de CEO ziet dat juist als een positief iets. Daardoor nemen ze namelijk niemand aan die ze eigenlijk niet kunnen betalen, want investeringen hebben op den duur een tegenprestatie nodig.

Letland als springplank

Zabbix groeide vrij organisch, maar richtte zich al vanaf dag één op de internationale markt. Letland kent 1,8 miljoen inwoners, maar kent een imposante IT-industrie voor dat formaat. In 2022 was de IT-sector verantwoordelijk voor 4,7 miljard euro omzet en 6 procent van het bbp. Toch heeft Zabbix vanwege de groei van gemeenschappen elders op de wereld gekozen voor uitbreiding: het bedrijf kent inmiddels meerdere kantoren in Japan, de VS, China, Zuid-Amerika en Mexico. Deze locaties zijn gekozen op basis van de Zabbix-communities die van nature tevoorschijn zijn gekomen.

We spraken ook met Ugis Briedis, COO van DeskTime. Deze vorm van IT-software richt zich op tijdmanagement van medewerkers. Alles van absentie tot projectmanagement valt te regelen met de tool. In tegenstelling tot Zabbix groeide DeskTime juist explosief, met de coronapandemie als aanjager. “We zagen toen een enorme groei van zo’n 120 procent”, laat Briedis weten. Eerder schreef DeskTime-CEO Artis Rozentals in Forbes dat het team verdubbeld moest worden om aan de grote vraag te voldoen. “Bedrijven moesten de productiviteit van hun medewerkers kunnen blijven meten, dus de vraag naar DeskTime schoot de lucht in”, zegt Briedis.

Gelukkig is er volgens hem veel IT-talent te vinden in Letland. Wel is de concurrentie uit het buitenland vaak tien tot honderd keer zo groot, constateert hij. “Je zwemt tegen de stroom in,” stelt Briedis, want de bedrijven waar je mee concurreert hebben simpelweg meer middelen beschikbaar. Hij stipt ook aan dat er elders op de wereld bepaalde connotaties over het ‘Oost-Europese’ land zijn. Het grote voordeel van een kleinere partij als DeskTime is volgens hem wel dat het een stuk behendiger kan zijn dan de loggere internationale spelers.

De explosieve groei contrasteerde enigszins met de ambities van zowel Zabbix als DeskTime. DeskTime-CEO Rozentals sprak over “voorzichtig optimisme” en benadrukte daarbij dat men alleen de mensen aannam die het in het heden nodig had. Met andere woorden: exact dezelfde mindset die we zagen bij Zabbix.

Er zijn nog meer spraakmakende overeenkomsten te herkennen tussen de succesverhalen van Zabbix en DeskTime. “We zijn een bootstrap-bedrijf”, laat Briedis van DeskTime weten. “Geen investeringen van buitenaf dus, geen venture capital. We zijn zelfvoorzienend, we investeren alles dat we verdienen terug in het bedrijf. Veel organisaties die tijdens corona of op andere momenten groei hebben meegemaakt, waren afhankelijk van extern geld. Dat wordt op den duur een probleem, omdat je het later terug moet betalen.” Het mogelijke gevolg is duidelijk: massa-ontslagen zoals we die begin 2023 zagen in Silicon Valley en elders.

Deze houding is niet voor niets. DeskTime komt namelijk uit de koker van Draugiem Group, dat kleine techbedrijven opbouwt zonder de wens om snelle groei te realiseren. Oorspronkelijk was Draugiem.lv in feite de Letse tegenhanger van Facebook, waarna men ervoor koos om de opbrengsten daarvan te herinvesteren in andere tech-initiatieven in eigen land. Het wist met online printplatform Printful de eerste unicorn (een bedrijf met een waarde van meer dan 1 miljard dollar) te creëren en heeft sindsdien 12 merken in huis.

Conclusie

Kortom: deze bedrijven concentreren zich niet op snel succes, zelfs niet als het lot bepaald dat explosieve groei mogelijk is. De definitie van duurzaamheid die Alexei Vladishev gaf, is wellicht aanvankelijk verrassend. Toch is er een bepaalde vanzelfsprekendheid die we bij ons bezoek aan Riga opvangen, dat het in de kern gaat om een goed en nuttig product. De resultaten spreken voor zich: overal ter wereld steken partners de kop op, met een bijna wekelijkse cadens. Blijkbaar vertaalt het verdienmodel dus goed, ondanks (of misschien wel dankzij) het kleine formaat van de eigen markt.

Lees ook: De edge is complex, goed beheer en monitoring zijn cruciaal