11min

Zojuist is het coalitieakkoord gepresenteerd en wij hebben gekeken welke effecten dit gaat hebben op de IT, digitalisering en innovatie in Nederland. Het blijkt maar weer eens dat de coalitiepartijen er weinig kaas van gegeten hebben. Er staan zowaar tegenstrijdigheden in het coalitieakkoord. In het akkoord staat dat men digibetisme wil bestrijden, hopelijk beginnen ze in de Tweede Kamer en toekomstig Vak K.

In het coalitieakkoord staan punten waar we inhoudelijk nog vraagtekens bij hebben en waar men nog niet goed over na heeft gedacht. Sommige zaken zijn simpelweg onuitvoerbaar, onbetaalbaar of kunnen enkel op Europees niveau. We zetten het even op een rijtje.

1. Investeringen in innovatie

Wetenschap, bedrijfsleven, ‘startups’, ‘scale-ups’, kenniscoalities en overheid slaan de handen ineen om de kansen die digitale technologie biedt te verzilveren. We stimuleren innovatie en investeren in chips- en sleuteltechnologieën zoals kunstmatige intelligentie en quantumcomputing. We pakken (in Europees verband) de marktmacht en datamacht van grote tech- en platformbedrijven aan om de concurrentiepositie van bedrijven en de privacy van burgers te verbeteren.

Er worden hier een aantal voornemens gepresenteerd in het coalitieakkoord, waarvan een groot deel niet haalbaar is of waar Nederland een hele beperkte rol in speelt. Als we kijken naar het stukje over de handen ineens slaan om digitale technologie te verzilveren, dan zijn wij vooral benieuwd hoe men dit gaat doen. Komt er een nieuw investeringsfonds? Krijgt Techleap (startup fonds van Prins Constantijn) extra budget? Of is dit de wens der gedachte? Startups vertrekken nog steeds vaak naar het buitenland, de belastingregels voor startups zijn pas recent aantrekkelijker geworden, maar in veel andere (Europese) landen nog steeds voordeliger. We zijn erg benieuwd hoe het toekomstige kabinet die samenwerking gaat faciliteren.

Chips, kunstmatige intelligentie en quantum computing

Vervolgens staat er dat Nederland wil investeren in chips, kunstmatige intelligentie en quantum computing. Als Nederland investeren in chips is een kansloos verhaal. De chipindustrie wordt gedomineerd door Taiwan, Zuid-Korea, de Verenigde Staten, met Europa op grote afstand. Nederland wil wellicht enkele honderden miljoenen vrij maken voor de chipindustrie, maar dat is echt een druppel op een gloeiende plaat. Duitsland wil iets meer dan een miljard investeren, terwijl Taiwan en Zuid-Korea honderden miljarden euro’s gaan investeren in hun lokale chipindustrie om de marktpositie te verstevigen. Iets doen aan het gebrek aan chipindustrie in Europa kan enkel vanuit de EU, want daarvoor zijn honderden miljarden euro’s nodig. Nederland is in zijn eentje kansloos. In Europa wil men vooralsnog “slechts” 50 miljard euro investeren, waaronder in het Amerikaanse Intel.

Wat de coalitiepartijen wel kunnen doen is investeren in ASML, er aandelen in nemen, zorgen dat dat bedrijf bescherming geniet en in Nederland blijft. ASML is de leverancier aan de chipindustrie, zonder ASML is er geen chipindustrie. Daarnaast zou Nederland zich hard moeten maken in de EU om de overname van ARM door Nvidia tegen te houden. ARM levert ook een sleuteltechnologie voor de chipindustrie en dreigt nu ook in Amerikaanse handen te vallen. Als je een sterker digitaal Europe wil, moet je de sleuteltechnologieën beschermen. ARM is er daar één van.

Investeren in kunstmatige intelligentie en quantum technologie

Investeren in AI en quantum technologie is zeker mogelijk. Er zijn genoeg startups te vinden die hiermee bezig zijn. Ook de TU Delft en de Universiteit van Leiden zijn al jaren met quantum technologie bezig. De vraag die we echter moeten stellen: hebben de coalitiepartijen hiervoor een bedrag gereserveerd? Als we namelijk naar het verleden kijken dan zien we dat Nederland weliswaar investeert in technologie, maar dat de landen om ons heen het dubbele of driedubbele investeren. Nederland investeert te weinig in AI. Zo bleek al in 2019, eerder dit jaar waarschuwde Techleap ook nogmaals, Nederland blijft achter in Europa en dat kost werkgelegenheid. Hoeveel gaat Nederland investeren?

2. Nederland als digitale knooppunt van Europa

Nederland wordt het digitale knooppunt van Europa en krijgt robuust, supersnel en veilig internet in alle delen van het land.

Met dit punt in het coalitieakkoord laten de coalitiepartijen zien dat ze geen idee hebben waar ze het over hebben. ‘Nederland wordt’ is een vreemde stelling. Het digitale knooppunt van Europa is Nederland. Nederland is de toegangspoort voor Amerikaanse bedrijven om hun Amerikaanse datacenters te verbinden met de Europese datacenters. De meeste zeekabels lopen naar Amsterdam. De meeste connecties om dataverkeer uit te wisselen worden gedaan op de AMS-IX (Amsterdam Internet Exchange). Het is de ideale plek in Europa voor je infrastructuur en om verbinding te leggen met de VS en andere Europese landen. Daarom hebben we zoveel datacenters in Nederland.

Feit is echter dat Nederland die positie juist dreigt kwijt te raken. In Nederland is het stroomnetwerk geprivatiseerd en de afgelopen jaren is er veel te weinig geïnvesteerd, waardoor ons energienet overbelast is geraakt. Hierdoor kunnen grote bedrijven de komende jaren niet meer worden aangesloten op het stroomnet. Nieuwe datacenters bouwen is vrijwel onmogelijk geworden, want er is geen capaciteit op het netwerk. Daarnaast staat in het coalitieakkoord:

Hyperscale datacentra leggen een onevenredig groot beslag op de beschikbare duurzame energie in verhouding tot de maatschappelijke en/of economische meerwaarde. Daarom scherpen we de landelijke regie en de toelatingscriteria bij de vergunningverlening hiervoor aan.

Als het aan de coalitie ligt gaat het de bouw van nieuwe datacenters dus ook tegenwerken. Daarmee zal Nederland zijn koppositie als digitale toegangspoort tot Europa juist sneller verliezen. Dit is dus tegenstrijdig met wat in het akkoord staat over het digitale knooppunt willen zijn.

Dat wil overigens niet zeggen dat datacenters geen beslagleggen op de beschikbare duurzame energie. Dat is namelijk wel degelijk juist, daar zijn ook al genoeg discussies over geweest. De criteria verzwaren is echter niet echt een oplossing, als je het digitale knooppunt wil blijven. Er zal juist meer geïnvesteerd moeten worden in het stroomnetwerk en de beschikbare capaciteit. Ook heeft Google in het verleden bewezen zeer innovatieve datacenters te kunnen bouwen, waarbij een oude papierfabriek in Finland is omgebouwd tot datacenter met zeewaterkoeling.

Luister ook onze podcast: Datacenters: Blijft Nederland de gateway tot Europa?

3. Nederland neemt het voortouw om in Europa gezamenlijk te digitaliseren

We nemen het voortouw en zetten in Europees verband in op versterking van de samenwerking tussen lidstaten op het gebied van digitalisering, onder meer op mensgerichte inzet van kunstmatige intelligentie, digitale ethiek, ontwikkeling van digitale identiteit en cybersecurity en ‘open source’

Nederland neemt het voortouw aldus het coalitieakkoord. Was het maar waar, dat we het voortouw namen. De coalitie wil het voortouw nemen om lidstaten te laten samenwerken om te digitaliseren, onder andere op het gebied van kunstmatige intelligentie. Iets waar Nederland de afgelopen jaren te weinig in heeft geïnvesteerd ten opzichte van andere EU-landen. We vragen ons af hoe die landen hierop gaan reageren. Ook zijn we benieuwd naar de concrete plannen en het woordje voortouw zullen we voorlopig niet vergeten.

4. Digibetisme aanpakken of digitale geletterdheid verbeteren

Iedereen krijgt de kans om mee te komen door digitale kennis en vaardigheden aan te bieden in het onderwijs en via om- en bijscholing. We pakken digibetisme gericht aan via een publiekprivate strategie voor digitale geletterdheid en we verbeteren de toegankelijkheid van digitale overheidsdiensten, met behoud van alternatieven voor digitale overheidscommunicatie.

Dit kunnen we alleen maar toejuichen. Er zijn nog steeds te veel mensen die digibeet zijn en daardoor niet mee kunnen komen. Het helpt ook niet dat veel overheidsdiensten digitaal te complex zijn gemaakt. We zouden graag de coalitie willen wijzen op Techgrounds, een initiatief dat wordt gedragen door het bedrijfsleven om dit al te verbeteren. Het initiatief heeft de ervaring, maak er gebruik van. Met Techgrounds kan snel invulling worden gegeven aan dit punt in het coalitieakkoord.

5. Meer digitale slagkracht voor inlichtingendiensten

We willen dat inlichtingendiensten beter in staat zijn om hun slagkracht te benutten en hun capaciteit uitbreiden om nieuwe en toenemende digitale dreigingen en aanvallen assertief op te sporen en te bestrijden, met waarborgen voor goed en effectief toezicht en digitale burgerrechten.

De inlichtingendiensten moeten niet achterblijven en die hebben inderdaad slagkracht nodig. Wat we missen is hoe die slagkracht gerealiseerd gaat worden. Dat ontbreekt nog in het coalitieakkoord. Gaat het hier om nieuwe technologie? Meer mensen? Of gewoon meer geld?

6. Beschermen vitale infrastructuur en bedrijven door informatie te delen

We beschermen onze bedrijven, vitale infrastructuur en economisch kapitaal beter door centraal gecoördineerde structurele samenwerking tussen onder andere het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), het Digital Trust Center (DTC), overheden, bedrijven en wetenschappers. Zij kunnen sneller en makkelijker informatie delen over digitale
kwetsbaarheden en ‘hacks’.

Dit klinkt goed, maar betekent het ook iets? Wat hier beschreven wordt in het akkkoord is wat de NCSC, de Nederlandse Computer Emergency Reponse Team (CERT), al doet. Alle nationale CERT’s werken wereldwijd samen om informatie te delen en in het geval van kritische gebeurtenissen te kunnen handelen. Bijvoorbeeld afgelopen week met Log4Shell.

7. De coalitie wil ransomware vervolgen?

Cybercriminaliteit zoals ‘ransomware’ is zeer ondermijnend. We investeren daarom in een brede meerjarige cybersecurity aanpak en in cyberexpertise bij de politie, rechtspraak, het Openbaar Ministerie (OM) en defensie.

Op basis van de investeringen die het coalitieakkoord wil doen, wekt de coalitie de indruk dat het de personen achter ransomware wil vervolgen. Door te investeren in meer kennis bij de autoriteiten ga je ransomware echter niet bestrijden. De mensen achter ransomware vervolgen lukt namelijk maar zelden. Die opereren volledig anoniem via anonieme versleutelde internetverbindingen (Tor) en ontvangen betalingen via ontraceerbare cryptomunten. Als je ransomware wil aanpakken moet de cybersecurity bij bedrijven en instellingen veel beter worden geregeld. De zogenaamde IT-hygiëne moet beter, zeker in het mkb.

Maar dan nog, je kan ransomware of andere malware niet voorkomen. Je huis is ook niet 100 procent beveiligd, als een inbreker echt binnen wil komen, dan komt die binnen. Als bedrijven getroffen worden door ransomware of te maken hebben met een groot datalek, moet dat sneller onderzocht worden. Bij slechte IT-hygiëne moeten er stevige boetes volgen. Zolang bedrijven niet aansprakelijk worden gesteld, of de pijn voelen van een datalek, zullen ze niet investeren in betere beveiliging.

8. Coalitie wil discriminatie in algoritmes voorkomen, maar dat kan niet

We erkennen fundamentele burgerrechten online. We versterken daarom veilige digitale communicatie en passen geen gezichtsherkenning toe zonder strenge wettelijke afbakening en controle. We investeren in een sterke positie van de Autoriteit Persoonsgegevens en versterken samenwerking en samenhang tussen de diverse digitale toezichthouders. We regelen wettelijk dat algoritmes worden gecontroleerd op transparantie, discriminatie en willekeur. Een algoritmetoezichthouder bewaakt dit. De overheid geeft het goede voorbeeld door niet meer data te verzamelen en onderling te delen dan nodig en ontwikkelt regels voor data ethiek in de publieke sector. We geven mensen een eigen ‘online’ identiteit en regie over hun eigen data.

Hier gaat het coalitieakkoord wederom de mist in. Het wil iets onmogelijks, er is niet gecontroleerd of dit technisch wel haalbaar is. De overheid wil algoritmes gaan controleren en toetsen op transparantie, discriminatie en willekeur. Dat is mooi bedacht maar dat kan niet. Ten eerste als bedrijven hoogwaardige algoritmes hebben ontwikkeld dan willen ze die niet openbaren of laten controleren, ook niet aan of door overheden. Neem bijvoorbeeld de Facebook Timeline of de Google zoekresultaten. Dat zijn de kroonjuwelen van de organisatie.

Daarnaast werken de meeste algoritmes inmiddels niet meer op basis van een if-this-then-that principe. De meeste algoritmes worden ondersteund door machine learning. Op basis van grote datasets worden er modellen getraind zodat met kunstmatige intelligentie een voorspelling of indicatie kan worden gegeven. Daar zit eigenlijk altijd een vorm van discriminatie in.

Autoverzekeraar als voorbeeld

Een autoverzekeraar gebruikt algoritmes om de verzekeringspremie te bepalen. Die beschikken vaak over je schadehistorie, je schade vrije jaren, je postcode, je leeftijd, je geslacht en de auto die je rijdt. Op basis van de auto in combinatie met de postcode kunnen ze vaak ook wel schatten wat je inkomen is.

Bij heel veel van deze data kan je de discriminatie ter discussie stellen:

  • Als mannen gemiddeld meer ongelukken maken dan vrouwen, moeten ze dan meer betalen?
  • Ouderen mensen maken vanaf een bepaalde leeftijd meer ongelukken, moeten ze dan meer betalen?
  • Mag de verzekeraar meer geld vragen op basis van de provincie of stad waar je woont?
  • En als je in een wijk woont met veel criminaliteit?
  • En wat als de mensen in die wijk gemiddeld een laag inkomen hebben?

Als algoritmes gebaseerd worden op data dan gaan ze conclusies trekken die discrimineren. Uiteindelijk zal uitwijzen dat mannen of vrouwen gemiddeld meer ongelukken maken. Of dat jongeren uit een bepaalde wijk veel schades rijden of vaak te boek staan als wanbetaler. Dat zorgt voor een hogere premie. De coalitie zal hierop mogelijk reageren met; dan moet alle data die kan leiden tot discriminatie uit de dataset en het algoritme worden gehaald. Dat kan maar het volgende probleem is dat het algoritme dan niet meer nodig is. Er blijft dan namelijk gewoon niks over, behalve zeer oppervlakkige data. Daarvan zal de verzekeraar zeggen: “dan gaat iedereen gewoon meer betalen”.

9. Desinformatie (fake-news?) en haatzaaien voorkomen op online platformen

Grote online platformen worden verantwoordelijk om desinformatie en haatzaaien op hun platforms tegen te gaan. We beschermen kinderen extra tegen niet-passende ‘online’ reclame en kindermarketing, geven ze het recht om niet gevolgd te worden en geen dataprofielen te krijgen.

Niemand kan het in de basis oneens zijn met dit plan. Haatzaaien en desinformatie, oftewel fake-news, daar zit niemand op te wachten. Er is echter een mogelijk probleem. Op Europees niveau is al een fake-news initiatief en dat heeft in het verleden de nodige websites en blogs beticht van fake-news, terwijl dat niet klopte. De mening van die blogs kwam niet overeen met die van bepaalde politici en werden daardoor als fake-news bestempeld. Daarmee is de kans op beperking van de vrijheid van meningsuiting en het aantasten van verdienmodellen van blogs en nieuwsuitgevers een risico.

De coalitie zal dus goed moeten kijken hoe het invulling geeft aan dit plan. Verder is het lastig voor dit soort platformen om meer te doen dan gebruikers te verbannen die zich niet de regels houden, zoals haatzaaien, racisme, etc. Tenzij de coalitie bereid is om alle IP-adressen op te eisen en die mensen te gaan vervolgen.

De digitaliseringsagenda valt tegen

Wij zijn toch wat teleurgesteld in dit coalitieakkoord. Uit alles blijkt dat de coalitie geen kaas heeft gegeten van de huidige digitale wereld. Meest pijnlijke is dat de coalitie met Nederland het digitale knooppunt wil zijn van Europa, terwijl je dat al bent en op het punt staat die positie kwijt te raken.

Wat ons betreft is het is helemaal niet erg om toe te geven dat je als coalitie te weinig kennis hebt van IT. Maak de weg vrij voor een Ministerie voor IT en Innovatie, zet er mensen uit het bedrijfsleven in die wel weten waar het over gaat. Als je digitalisering en innovatie wil in Nederland zal je eerst moeten snappen waar het over gaat. Digibeten die gaan bepalen hoe Nederland moet innoveren is vragen om problemen. Mocht dit een brug te ver zijn, wellicht is een Chief Technology Officer dan een goede eerste stap. Volgens het coalitieakkoord wordt er overwogen een Chief Medical Officer aan te stellen. Die moet vanuit kennis en ervaring de zorg verbeteren, dat kan natuurlijk ook voor IT en innovatie.