5min

Organisaties stellen tegenwoordig hoge eisen aan de snelheid en kwaliteit van applicatieontwikkeling. Met low-code is er een technologie op de markt die daarop inspeelt en snel terrein wint. Wat kan low-code precies voor jouw organisatie betekenen?

Menig low-code leverancier zou op die vraag antwoorden dat low-code citizen development mogelijk maakt. Deze term wijst op het bieden van tools waarmee een zakelijke gebruiker applicaties kan bouwen. Low-code kan dat bewerkstelligen met een versimpelslag. Business users krijgen platformen met bouwblokken en drag-and-drop-mechanismes, om eventueel een laatste extra stap te zetten door handmatig code te schrijven.

Low-code kan bijvoorbeeld nuttig zijn voor het bouwen van een schadedeclaratieformulier. Dat is prima te doen door een schadebeoordelaar die een low-code cursus van enkele dagen heeft gevolgd. Middels bouwblokken kan die schadebeoordelaar het formulier aan elkaar knopen. De schadebeoordelaar kan bij het maken van het formulier ook zijn kennis over declaraties inzetten, wat de gedetailleerdheid ten goede komt.

Vaak zijn het dergelijke simpele processen, workflows of taken die met een low-code tool in elkaar gezet kunnen worden. Het kan een grote winst zijn voor je bedrijf wanneer business users bij simpele ontwikkelprocessen betrokken worden, aangezien het een mogelijk tekort aan developers oplost. Met low-code tooling kan je op papier veel meer development realiseren. De business users nemen de simpelere taken voor rekening, terwijl ontwikkelaars met veel programmeerkennis zich bezighouden met het bouwen van complete applicaties.

Tip: Ontwikkelaars trekken met low-code de kar in de strijd tegen legacy

Verschillende soorten

Organisaties die geïnteresseerd zijn in low-code kunnen de technologie in principe op meerdere manieren gebruiken. Zo is een puur low-code platform een voor de hand liggende optie. Op dergelijke platformen kan je complete applicaties bouwen die zelfstandig opereren. Zo’n low-code platform is bijvoorbeeld handig als je een ERP-systeem hebt dat je uit wilt breiden. Binnen het ERP-systeem bouw je de functionaliteit van andere onderdelen uit. Daar zijn OutSystems en Mendix vaak goed in, die ieder weer afzonderlijk samenwerken met verschillende SaaS-leveranciers. Houd dus rekening met de SaaS-systemen binnen je bedrijf en kijk welke low-code platformen daarbij passen. Zo vind je een geschikt platform voor jouw bedrijf.

Weer een hele andere optie is het afnemen van low-code bij IT-leveranciers die low-code erbij doen. Bouw je bij een van deze spelers een applicatie, dan zit er altijd een system of record in het midden. Zo’n optie is voor de hand liggend als jouw bedrijf veel gebruikmaakt van zo’n IT-leverancier. Hiermee doelen we op leveranciers die vaak in het midden een database-model of eigen platform hebben. Bijvoorbeeld Salesforce, ServiceNow, Oracle, SAP en Microsoft. We spraken eerder met EVBox over een dergelijke low-code benadering, waar ze alles op basis van Salesforce doen (ook low-code development) en de waarde hebben ontdekt.

No-code lijkt verbonden aan low-code

Menig persoon gaat ervanuit dat low-code uiteindelijk volledig zal overgaan in no-code. Bij no-code gebruik je alleen nog bouwblokken en drag-and-drop. Er is geen optie tot extra uitbreiding middels coderen, zoals dat bij low-code wel kan. Voor workflows kan je zeker richting no-code, want daar kan je met drag-and-drop een heel eind komen. Door daar AI aan toe te voegen worden de no-code systemen ook steeds beter in het herkennen en extraheren van data, zonder te hoeven definiëren en formateren naar een ander formaat.

Wat ons betreft is volledig no-code de komende tijd echter niet reëel. Uiteindelijk blijft het immers een keuze tussen maatwerk (low-code/high-code) en standaardisering (no-code). Het lijkt voor development heel lastig om alles volledig te standaardiseren en bij elkaar te slepen middels no-code.

Tip: ‘Grote behoefte aan softwareontwikkeling doet low-code goed’

Integratievraagstukken adresseren

Voor veel low-code platformen is het ook belangrijk om hun activiteiten te verbreden en integratievraagstukken te adresseren. Bij Salesforce zien we dat heel goed: de organisatie kocht het MuleSoft platform voor het bouwen van integraties. Mendix streeft op zijn beurt naar een all-in-one platform, terwijl ook ServiceNow en SAP integratieplatformen bieden. In de meeste gevallen is het aan te raden een los integratieplatform erbij te gebruiken, zoals MuleSoft of Boomi. Dan heb je de meeste integraties en ben je minder afhankelijk van de standaardintegraties van een low-code platform.

Bij integratie is het ook een kwestie van waar de data heengaat. Onder andere Mendix en BPM-leverancier Appian besteden veel aandacht aan het feit dat data niet verplaatst hoeft te worden bij data-integratie binnen hun platformen. Appian beweert zelfs dat je binnen zijn platform rechtstreeks met de data praat. Dan maak je pas op het moment dat je data nodig hebt de connectie tussen verschillende databases en systemen.

Over het algemeen is zo’n real-time connectie ook heel reëel als je cloud-systemen gaat combineren. Bij oudere tragere databases is het een ander verhaal, want dan werkt een applicatie vaak erg traag. Voor dergelijke legacy systemen is het sowieso verstandig dedicated integratieplatformen te omarmen, want daar is het haast niet te doen om een dataset zelf uit te pluizen.

Waar komt de hype vandaan?

Als je al deze ontwikkelingen en de development markt volgt, dan lijkt low-code soms een trend van de afgelopen jaren. Toch bestaan de pure low-code spelers, zoals OutSystems en Mendix, al meer dan 15 jaar. Zij hebben hun populariteit echter te danken aan het feit dat er nu echt een naam aanhangt. Daarnaast lopen we in Nederland wat betreft low-code voorop. In ons land willen we vaak wat sneller innoveren met low-code dan in de rest van de wereld. We zien dan ook verschillende platformleveranciers die zich op citizen development richten en Nederlandse roots hebben. Naast Mendix zijn bijvoorbeeld ook Thinkwise en Betty Blocks in Nederland opgericht.

Tip: Techzine Talks: De opkomst van low-code en no-code

De toekomst van low-code

Momenteel neemt low-code al een duidelijke plek in binnen menig organisatie. Zij mogen ook innovatie tegemoet zien van de low-code platformen. Nu wordt er vaak werk gemaakt van het toevoegen van Robotic Process Automation, om op die manier Hyperautomation te realiseren. Deze term duidt op volledige procesautomatisering door tools en technieken te combineren. RPA-softwarerobots en low-code kunnen dat gezamenlijk realiseren.

Verder lijken sommige organisaties te bewegen naar low-code teams. Dat kan werken binnen grote organisaties met meer dan duizend apps. Daar zijn bijvoorbeeld nog Windows-apps aanwezig die cloud-gebaseerd moeten worden om de performance op te krikken. Als je die allemaal zou herschrijven, dan kost dat ontzettend veel tijd. Met low-code teams kan je legacy apps veel sneller moderniseren. Tegelijkertijd is het ook goed denkbaar dat low-code ingezet wordt om de mensen aan de business-kant een schets van de software te laten maken, waarna de afgestudeerde ontwikkelaars alles perfectioneren. Het combineren van de kennis van business user en ontwikkelaar is ontzettend krachtig.

De markt voor low-code is in ieder geval volop in beweging, mede doordat de technologie aanslaat bij organisaties. Gespecialiseerde spelers als Mendix en OutSystems boeken flinke omzet, terwijl ook grote spelers op de trein stappen. Dat kan alleen maar helpen in de adoptie. Wij zijn dan ook benieuwd hoe de technologie zich verder gaat ontwikkelen.